Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
Dutch-English Dictionary - W
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(2)
1
(18)
2
(9)
A
(787)
B
(1204)
C
(215)
D
(4241)
E
(1709)
F
(214)
G
(984)
H
(2514)
I
(1516)
J
(317)
K
(816)
L
(491)
M
(802)
N
(438)
O
(882)
P
(551)
Q
(2)
R
(431)
S
(1188)
T
(1162)
U
(214)
V
(1387)
W
(1273)
X
(3)
Y
(88)
Z
(1063)
Dutch
Recording
English
Learn
We vertrekken niet, tenzij iedereen klaar is.
We won’t leave unless everyone is ready.
Learn
We vertrekken zodra we klaar zijn met eten.
We leave as soon as we are done eating.
Learn
We verwachten een toezegging.
We expect a commitment.
Learn
We vielen in slaap.
We fell asleep.
Learn
We voelen ons hier erg veilig.
We feel very safe here.
Learn
We vonden allerlei interessante dingen.
We found all sorts of interesting things.
Learn
We vonden bedwantsen in het matras.
We found bed bugs on the mattress.
Learn
We vonden een schildpad in de tuin.
We found a turtle in the garden.
Learn
We waren alleen maar eerlijk.
We were just being honest.
Learn
We waren verliefd.
We were in love.
Learn
We waren zo opgewonden dat we niet stil konden zitten.
We were so excited that we couldn’t sit still.
Learn
We werden op sleeptouw genomen door ervaren gidsen.
We were led by experienced guides.
Learn
We weten niets over Istanboel.
We don’t know anything about Istanbul.
Learn
We willen beter onderwijs voor onze kinderen.
We want better education for our children.
Learn
We willen de aandacht vestigen op het feit dat er nog geen definitieve gegevens zijn.
We would like to draw attention to the fact that there is no definitive data yet.
Learn
We willen gerechtigheid.
We want justice.
Learn
We winnen niet, tenzij we samenwerken.
We won’t win unless we work together.
Learn
We wisten niet welke bus we moesten nemen.
We didn’t know which bus to take.
Learn
We wisten wat er gaande was.
We were aware of what was going on.
Learn
We wonen dichtbij een rivier.
We live near a river.
Learn
We wonen op aarde.
We live on Earth.
Learn
We worden aangevallen.
We’re under attack.
Learn
We worden beïnvloed door onze omgeving.
We’re influenced by our environment.
Learn
We zagen bergen in de verte.
We saw mountains in the distance.
Learn
We zaten in doodse stilte.
We sat in total silence.
Learn
We zaten onder de luifel.
We sat under the canopy.
Learn
We zaten toevallig in dezelfde trein.
We happened to be on the same train.
Learn
We zien hem hier amper.
We hardly see him around here.
Learn
We zijn allemaal getrouwde mannen.
We’re all married men.
Learn
We zijn amateurs.
We’re amateurs.
Learn
We zijn architecten.
We’re architects.
Learn
We zijn bijna klaar.
We’ve almost finished.
Learn
We zijn blij dat je kon komen.
We’re glad you were able to come.
Learn
We zijn dakloos.
We’re homeless.
Learn
we zijn eerlijk
we are honest
Learn
We zijn eindelijk vrij.
We are finally free.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
15
Page
16
Page
17
Page
18
Current page
19
Page
20
Page
21
Page
22
Page
23
…
Next page
Next ›
Last page
Last »