Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
Dutch-English Dictionary - W
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(9)
2
(3)
A
(716)
B
(1126)
C
(201)
D
(3950)
E
(1470)
F
(203)
G
(922)
H
(2237)
I
(1322)
J
(284)
K
(770)
L
(466)
M
(718)
N
(389)
O
(807)
P
(524)
Q
(2)
R
(393)
S
(1101)
T
(1086)
U
(194)
V
(1259)
W
(1135)
X
(3)
Y
(88)
Z
(928)
Dutch
Recording
English
Learn
We hebben veel klanten verloren.
We’ve lost a lot of customers.
Learn
We hebben vele kilometers gelopen.
We have walked many miles.
Learn
We hebben verf nodig.
We need paint.
Learn
We hebben vijf katten.
We’ve got five cats.
Learn
We hebben zelfs kleurentelevisie.
We even have colour television.
Learn
We hielden ons vast aan de tak.
We held on tightly to the branch.
Learn
We hoopten dat alles als een leien dakje zou gaan.
We hoped everything would go smoothly.
Learn
We hopen dat veel van jullie zullen komen.
We hope many of you will come.
Learn
We houden van elkaar.
We love each other.
Learn
We importeren meel uit Amerika.
We import flour from America.
Learn
We konden niet meer opgetogen zijn.
We couldn’t be more excited.
Learn
We kunnen allen bij zijn ervaringen baat hebben.
We can all benefit from his experience.
Learn
We kunnen later gaan winkelen.
We can go shopping later.
Learn
We kunnen niet weer falen.
We can’t fail again.
Learn
We kunnen Tom niet vinden.
We can’t find Tom.
Learn
We kunnen veel sterren zien deze nacht.
We can see many stars tonight.
Learn
We kunnen veranderen.
We can change.
Learn
We maken soms fouten.
We sometimes make mistakes.
Learn
We moeten dat wrak wegslepen.
We need to tow that wreck away.
Learn
We moeten de schwung behouden tijdens de race.
We need to maintain the momentum during the race.
Learn
We moeten de valreep stevig vastmaken.
We need to secure the gangplank firmly.
Learn
We moeten de vergadering verschuiven.
We need to move the meeting.
Learn
We moeten de wet naleven.
We must abide by the law.
Learn
We moeten deze prangende vraag oplossen.
We need to solve this pressing question.
Learn
We moeten een ruimte voor ons feest huren.
We need to rent a room for our party.
Learn
We moeten elkaar aanmoedigen om onze doelen te bereiken.
We should encourage each other to achieve our goals.
Learn
We moeten elkaars geloofsovertuigingen eerbiedigen.
We must respect each other’s beliefs.
Learn
We moeten ergens beginnen.
We’ve got to start somewhere.
Learn
We moeten het niet aan de grote klok hangen.
We shouldn’t make it public.
Learn
We moeten het nu gaande houden.
We have to keep it going now.
Learn
We moeten hier nu weg.
We need to get out of here now.
Learn
We moeten ieder obstakel overwinnen.
We must overcome every obstacle.
Learn
We moeten iedereen vertellen wat er is gebeurd.
We must tell everybody what happened.
Learn
We moeten iets kopen voor Tom.
We need to buy something for Tom.
Learn
We moeten maar één ding meer doen.
We only have one thing left to do.
Learn
We moeten meteen beginnen.
We have to start at once.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
11
Page
12
Page
13
Page
14
Current page
15
Page
16
Page
17
Page
18
Page
19
…
Next page
Next ›
Last page
Last »