Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - Y

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (628) B (965) C (158) D (3413) E (1012) F (161) G (772) H (1875) I (1020) J (234) K (645) L (396) M (616) N (350) O (676) P (466) Q (2) R (331) S (947) T (928) U (160) V (1104) W (881) Y (88) Z (738)
Dutch Recording English Learn

Yanni

Yanni (name)

Yanni beschermde Skura.

Yanni protected Skura.

Yanni betaalde meer en meer.

Yanni was paying more and more.

Yanni denkt altijd groot.

Yanni always thinks big.

Yanni drinkt groene thee.

Yanni is drinking green tea.

Yanni en Skura waren gelukkig samen.

Yanni and Skura were happy together.

Yanni er er blij mee.

Yanni is happy with it.

Yanni gaf Skura zijn telefoon.

Yanni gave Skura his phone.

Yanni ging naar een lokale bar.

Yanni went to a local bar.

Yanni ging terug naar zijn kamer.

Yanni went back to his room.

Yanni had een platte band.

Yanni had a flat tire.

Yanni had geen telefoon.

Yanni didn’t have a phone.

Yanni heeft de popcorn betaald.

Yanni paid for the popcorn.

Yanni heeft dit niet besteld.

Yanni didn’t order this.

Yanni heeft een auto nodig.

Yanni needs a car.

Yanni heeft een boerderij net buiten het dorp.

Yanni has a farm just outside town.

Yanni heeft een fout gemaakt.

Yanni made a mistake.

Yanni heeft een huis gebouwd.

Yanni built a house.

Yanni heeft een kaart op zijn telefoon.

Yanni has a map on his phone.

Yanni heeft een nieuw bed nodig.

Yanni needs a new bed.

Yanni heeft geen auto.

Yanni doesn’t have a car.

Yanni heeft geen geld.

Yanni has no money.

Yanni heeft geen tijd te verliezen.

Yanni has no time to waste.

Yanni heeft meer monden te voeden nu.

Yanni has more mouths to feed now.

Yanni heeft Skura alles verteld.

Yanni told Skura everything.

Yanni heeft verantwoordelijkheden.

Yanni has responsibilities.

Yanni heeft wat werk te doen.

Yanni has some work to do.

Yanni hoorde Skura schreeuwen.

Yanni heard Skura screaming.

Yanni houdt van chocolade.

Yanni loves chocolate.

Yanni is buiten.

Yanni is outside.

Yanni is een klant.

Yanni is a customer.

Yanni is een vriend.

Yanni is a friend.

Yanni is emotioneel.

Yanni is emotional.

Yanni is geïnteresseerd.

Yanni is interested.

Yanni is hier met Skura.

Yanni is here with Skura.

Yanni is jong en atletisch.

Yanni is young and athletic.