Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - W

0 (2) 1 (18) 2 (9) A (771) B (1177) C (213) D (4184) E (1667) F (212) G (973) H (2474) I (1499) J (311) K (803) L (478) M (789) N (428) O (863) P (542) Q (2) R (414) S (1154) T (1147) U (206) V (1354) W (1252) X (3) Y (88) Z (1041)
Dutch Recording English Learn
Wat doe je?
What do you do?
Wat doen jullie straks?
What’re you guys doing later?
Wat doen ze?
What are they doing? (short form)
Wat doet deze machine?
What does this machine do?
Wat doet een lief meisje als jij op een plaats als deze?
What’s a sweet girl like you doing in a place like this?
Wat doet hij?
What is he doing?
Wat doet Jan hier?
What does John do here? (dialogue)
Wat doet Jan hier?
What does John do here?
Wat doet Jan in de meubelfabriek?
What does John do in the furniture factory?
Wat doet Jan in de meubelfabriek?
What does John do in the furniture factory? (dialogue)
Wat doet ze?
What is she doing?
Wat drink je?
What are you drinking?
Wat een dwaas!
What a fool!
Wat een engeltje.
What an angel.
Wat een grote hond!
What a big dog!
Wat een huichelaar!
What a hypocrite!
Wat een mooie dag, niet?
It’s a pleasant day, isn’t it?
Wat een prachtige tuin.
What a beautiful garden.
Wat een vang!
What a catch!
Wat eten draken?
What do dragons eat?
Wat eten uilen?
What do owls eat?
wat fruit
some fruit
wat fruitsalade
some fruit salad
Wat ga je vandaag doen?
What are you doing today?
Wat gaat er met Yanni gebeuren?
What’s going to happen to Yanni?
Wat geef je mij?
What are you giving me?
wat groenten
some vegetables
Wat heb je besteld?
What did you order?
Wat heb je gekocht?
What did you buy?
Wat heb je in gedachten?
What do you have in mind?
Wat heb je vandaag gedaan?
What have you done today?
Wat heb je vanochtend gedaan?
What did you do this morning?
Wat heb je?
What do you have?
Wat hebben jullie daar?
What do you have there? (you plural)
wat hebben?
what have?
Wat hebt u, meneer?
What do you have Sir?