Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - I

1 (9) 2 (4) A (737) B (1151) C (203) D (4045) E (1528) F (204) G (934) H (2342) I (1363) J (291) K (779) L (467) M (732) N (413) O (824) P (530) Q (2) R (399) S (1120) T (1124) U (196) V (1306) W (1157) X (3) Y (88) Z (976)
Dutch Recording English Learn
Ik vierde Nieuwjaarsdag door buiten te voetballen.
I celebrated New Year's Day by playing football outside.
Ik vind dat leuk.
I like that.
Ik vind de winkel niet leuk.
I don’t like that shop.
Ik vind dit probleem gemakkelijker dan ik aanvankelijk dacht.
I find this problem easier than I originally thought.
Ik vind dit shirt leuk.
I like this shirt.
Ik vind het leuk om problemen op te lossen.
I like to solve problems.
Ik vind het leuk.
I like it.
Ik vind het niet leuk.
I do not like it.
Ik vind het zo knap dat je vaak aan alles denkt.
I think it’s so great that you often think of everything.
Ik vind je aardig.
I like you.
ik vind leuk
I like
Ik vind wiskunde leuk.
I like maths.
Ik vind zijn gedrag walgelijk.
I find his behaviour disgusting.
Ik ving drie vissen.
I caught three fish.
Ik voel me enigszins verplicht.
I feel somewhat obligated.
Ik voel me schuldig hiervoor.
I feel guilty about it.
Ik voel me terneergeslagen.
I feel depressed.
Ik voelde me bedrogen.
I felt cheated.
Ik voelde me echt ellendig.
I felt really miserable.
Ik voelde me er niet comfortabel.
I didn’t feel comfortable there.
Ik voelde me naar de afgrond getrokken.
I felt myself being pulled towards the abyss.
Ik voelde me ongemakkelijk tijdens het gesprek.
I felt uncomfortable during the conversation.
Ik voelde me veilig wanneer hij bij me was.
I felt safe when he was with me.
Ik voelde me zelfzeker.
I was feeling confident.
Ik vond de sieraden die ik kwijt was.
I found the jewelry that I had lost.
Ik vond de test lastig.
I found the test difficult.
Ik vond dit restaurant toevallig.
I found this restaurant by chance.
Ik vond haar foto’s in je la.
I found her pictures in your drawer.
Ik vond hem sowieso niet leuk.
I never liked him anyway.
Ik vond het leuk wat je zei.
I liked what you said.
Ik vond Tom heel leuk.
I really liked Tom.
Ik vraag me af of Tom eerlijk is.
I wonder whether Tom is honest.
Ik vraag me af of Tom kleurenblind is.
I wonder whether Tom is colorblind.
Ik vraag me af of Tom nog leeft of niet.
I wonder whether Tom is alive.
Ik vraag me af of Tom single is.
I wonder whether Tom is unmarried.
Ik vraag me af of Tom vermoord was.
I wonder whether Tom was murdered.