Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - I

0 (2) 1 (18) 2 (9) A (771) B (1177) C (213) D (4184) E (1667) F (212) G (973) H (2474) I (1499) J (311) K (803) L (478) M (789) N (428) O (863) P (542) Q (2) R (414) S (1154) T (1147) U (206) V (1354) W (1252) X (3) Y (88) Z (1041)
Dutch Recording English Learn
DutchIk was ergens anders. Recording
 EnglishI was somewhere else. Learn
DutchIk was gewend aan de hitte. Recording
 EnglishI was used to the heat. Learn
DutchIk was gewend om bier te drinken. Recording
 EnglishI used to drink beer. Learn
DutchIk was gewoon niet in de stemming. Recording
 EnglishI wasn’t in the mood. Learn
DutchIk was helemaal verbijsterd. Recording
 EnglishI was absolutely amazed. Learn
DutchIk was vergeten dat het Tom zijn verjaardag was vandaag. Recording
 EnglishI forgot that today was Tom’s birthday. Learn
DutchIk was verpletterd toen ik de waarheid hoorde. Recording
 EnglishI was devastated when I heard the truth. Learn
DutchIk was zo kalm als een komkommer. Recording
 EnglishI was as cool as a cucumber. Learn
Dutchik wed Recording
 EnglishI bet Learn
Dutchik wed dat hij op dit moment zit op te scheppen Recording
 EnglishI bet he’s bragging right now Learn
DutchIk wed dat je Frans kent. Recording
 EnglishI bet you know French. Learn
DutchIk wed nooit. Recording
 EnglishI never bet. Learn
DutchIk weeg 65 kilo. Recording
 EnglishI weigh 65 kilos. Learn
DutchIk weet Recording
 EnglishI know (information) Learn
DutchIk weet alles. Recording
 EnglishI know everything. Learn
DutchIk weet dat het één uur is. Recording
 EnglishI know it’s one o’clock. Learn
DutchIk weet dat het goed met haar gaat. Recording
 EnglishI know she’s feeling fine. Learn
DutchIk weet dat ik mijn Nederlands moet verbeteren. Recording
 EnglishI know that I have to improve my Dutch. Learn
DutchIk weet dat je ons niet vertrouwd. Recording
 EnglishI know you don’t trust us. Learn
DutchIk weet dat je weer verdwijnt als het lucifertje uitgaat. Recording
 EnglishI know you will go away again when the match burns out. Learn
DutchIk weet dat Tom een slechte chauffeur is. Recording
 EnglishI know Tom is a very bad driver. Learn
DutchIk weet dat Tom een ​​slager is. Recording
 EnglishI know Tom is a butcher. Learn
DutchIk weet dat Tom loog. Recording
 EnglishI know Tom lied. Learn
DutchIk weet dat Tom zal proberen om dat te doen. Recording
 EnglishI know Tom will try to do that. Learn
DutchIk weet dat ze hier is. Recording
 EnglishI know she’s here. Learn
DutchIk weet dat zij met veel toewijding God dienen. Recording
 EnglishI know that they serve God with great devotion. Learn
DutchIk weet haar naam niet. Recording
 EnglishI don’t know her name. Learn
DutchIk weet het antwoord al. Recording
 EnglishI already know the answer. Learn
DutchIk weet het niet of je van haar houdt of niet. Recording
 EnglishI don’t know whether you like her or not. Learn
DutchIk weet het niet. Recording
 EnglishI don’t know. Learn
DutchIk weet het zeker. Recording
 EnglishI am sure. Learn
DutchIk weet het, ik denk dat het zou kunnen regenen. Recording
 EnglishI know, I think it might rain. Learn
DutchIk weet niet hoe ik het moet uitleggen. Recording
 EnglishI don’t know how to explain it. Learn
DutchIk weet niet hoe ik je moet aanspreken. Recording
 EnglishI don’t know how to address you. Learn
DutchIk weet niet of dit genoeg zal zijn. Recording
 EnglishI don’t know if this will be enough. Learn
DutchIk weet niet of ik het zou aanvaarden of afwijzen. Recording
 EnglishI do not know whether to accept or to refuse. Learn