Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - I

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (724) B (1134) C (202) D (3987) E (1478) F (204) G (926) H (2262) I (1326) J (285) K (775) L (466) M (719) N (392) O (816) P (529) Q (2) R (395) S (1114) T (1100) U (194) V (1271) W (1139) X (3) Y (88) Z (939)
Dutch Recording English Learn
Ik wil enkel in een appartement wonen als het een balkon heeft.
I only want to live in an apartment if it has a balcony.
Ik wil er niet meer over praten.
I don’t want to talk about it anymore.
Ik wil ervan genieten.
I want to enjoy it.
Ik wil eten.
I want to eat.
Ik wil geen auto.
I don’t want a car.
Ik wil geen voorbarige conclusies trekken.
I don’t want to jump to any conclusions.
Ik wil graag een afspraak maken.
I would like an apointment.
Ik wil graag met een maagd trouwen.
I want to marry a virgin.
Ik wil het niet.
I don’t want it.
Ik wil hier blijven.
I want to stay here.
Ik wil hier zijn.
I want to be here.
Ik wil je boek alsjeblieft.
I want your book, please.
Ik wil jullie graag bedanken voor hetgeen jullie voor Tom hebben gedaan.
I want to thank you for what you did for Tom.
ik wil jullie niet beledigen
I don’t want to offend you
Ik wil koffie met melk.
I want coffee with milk.
Ik wil lopen.
I want to walk.
Ik wil met de Australische ambassade spreken.
I want to talk to the Australian embassy.
Ik wil met de Britse ambassade spreken.
I want to talk to the British embassy.
Ik wil met het Amerikaanse consulaat spreken.
I want to talk to the American consulate.
Ik wil met het Canadese consulaat spreken.
I want to talk to the Canadian consulate.
Ik wil met mijn familie lezen.
I want to read with my family.
Ik wil mijn boerderij verkopen.
I want to sell my farm.
Ik wil mijn huis verkopen.
I want to sell my house.
Ik wil mijn keuken herinrichten.
I want to remodel my kitchen.
Ik wil mijn klanten niet verliezen.
I don’t want to lose my customers.
Ik wil mijn land dienen.
I want to serve my country.
Ik wil mijn sleutel terug.
I want my key back.
Ik wil mijn vriend aanmoedigen om te gaan sporten.
I want to encourage my friend to go and exercise.
Ik wil morgen gaan slapen.
I want to go to sleep tomorrow.
Ik wil naar huis.
I want to go home.
Ik wil naar Japan!
I want to go to Japan!
Ik wil niet alleen blijven met Tom.
I don’t want to be alone with Tom.
Ik wil niet blijven aandringen.
I don’t want to continue pressing the issue.
Ik wil niet gedwongen worden om mijn webcam aan te zetten.
I don’t want to be forced to turn on my webcam.
Ik wil niet met Tom samenwerken.
I don’t want to work with Tom.
Ik wil niet van mij zelf spreken.
I don’t want to speak about myself.