Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

1 (9) 2 (4) A (737) B (1151) C (203) D (4045) E (1528) F (204) G (934) H (2342) I (1363) J (291) K (779) L (467) M (732) N (413) O (824) P (530) Q (2) R (399) S (1120) T (1124) U (196) V (1306) W (1157) X (3) Y (88) Z (976)
Dutch Recording English Learn
een wekkerradio
a clock radio
Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.
A well-mannered duckling puts its feet outwards, just like its mother and father do.
een wenteltrap
a spiral staircase
een wetenschapper
a scientist
een wetgeving
a legislation
een wetsgeneesheer
a legal practitioner
een wettelijk betaalmiddel
a legal tender
een wijziging
a change
een wilde graai
a wild grab
een wildebeest
a wildebeest
een winkelcentrum
a shopping centre
een witte kip met zwarte spikkels op haar veren
a white chicken with black speckles on her feathers
een witte raaf
a white raven
een witte schuimkraag
a white head of foam
een witte zwelling
a white swelling
Een woeste schreeuw joeg ons de stuipen op het lijf.
We were frightened by a savage scream.
een woestijn
a desert
een wolf
a wolf
Een wolk is gecondenseerde waterdamp.
A cloud is condensed water vapour.
een wond
a wound
een woonkamer
a living room
een woontoren
a residential tower
Een woord wordt in lettergrepen verdeeld.
A word is divided into syllables.
een worm
a worm
een worst
a sausage
een wortel
a carrot
een zaadlozing
an ejaculation
een zacht gekreun
a soft moan
een zachte, blikkerige fluittoon
a soft, tinny whistle
een zaklamp
a torch
een zand
a sand
een zandweg tussen koren door
a dirt road through the grain
een zee
a sea
een zeer meelevend persoon
a very compassionate person
een zeer sterk deelnemersveld
a very strong field of participants
een zegen
a blessing