Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

1 (9) 2 (4) A (737) B (1151) C (203) D (4045) E (1528) F (204) G (934) H (2342) I (1363) J (291) K (779) L (467) M (732) N (413) O (824) P (530) Q (2) R (399) S (1120) T (1124) U (196) V (1306) W (1157) X (3) Y (88) Z (976)
Dutch Recording English Learn
een vaatwasser
a dishwasher
Een vacht bestaat uit twee soorten haren.
An animal coat consists of two types of hair.
een vader
a father
een vakantie
a holiday
een val creëren
to create a trap
een valkuil
a trap
Een valreep is een loopplank met leuningen naar een schip.
An accommodation ladder is a walkway with railings to a ship.
een valstrik
a trap
een vangnet
a safety net
een vangrail
a guardrail
Een vangrail is een barrière die naast wegen wordt geplaatst.
A guardrail is a barrier placed next to roads.
een varken
a pig
een veilige manier
a safe way
een veilige werkomgeving
a safe working environment
een veiligheidshesje
a safety vest
een verbluffend tafereel
a stunning scene
een verborgen betekenis
a hidden meaning
een verborgen werkelijkheid
a hidden reality
een verfomfaaide, gerafelde tovenaarshoed
a tattered, frayed wizard hat
een vergissing
a mistake
Een vergunning is een officiële toestemming van de overheid om een bepaalde activiteit uit te voeren.
A license is an official permission from the government to carry out a particular activity.
een verhoging
an increase
een verkoudheid
a cold
Een vermelding in de voetnoot is voldoende.
A mention in the footnote is sufficient.
een vermogen
an ability
een veroordeling
a conviction
een versleten huwelijk
a worn-out marriage
een vertaler
a translator
een vertekend beeld
a distorted image
een vervangende lijst
a replacement list
een vervloeking
a curse
een verwerping
a rejection
een verwrongen glimlach
a twisted smile
een verzekering
an insurance
een vete tussen verschillende drugsbendes
a feud between several drug gangs
een vijf een zeven
one five one seven