Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - E

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1811) B (693) C (1165) D (812) E (500) F (654) G (400) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6705) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
E (letter) E
e-marketing e-marketing
e-newsletter e-newsletter
e-publishing e-publishing
each elk
Each column in the table is important. Elke kolom in de tabel is belangrijk.
each other elkaar
each other’s elkaars
each time telkens
Each time he eats too much. Telkens eet hij te veel.
Each time he forgets his keys. Telkens vergeet hij zijn sleutels.
Each time you return. Telkens kom je terug.
eager to learn leergierig
eagerly gretig
eagerly reikhalzend
eagle arend
eagle adelaar
eagle feather adelaarsveer
eagles adelaars
ear oor
earlier eerder
early vroeg
early vervroegd
early prille
early (long form) vroege
Early exposure to multilingual environments promotes language acquisition in children. Vroege blootstelling aan meertalige omgevingen bevordert de taalverwerving bij kinderen.
Early in the morning, a farmer passed by. ’s Morgens vroeg kwam er een boer voorbij.
earned verdiend
earnings verdiensten
earns verdient
earring oorbel
ears oren
earth aarde
Earth is the fifth largest planet in the solar system. De aarde is de op vier na grootste planeet van het zonnestelsel.
earthquake aardbeving
earwax oorsmeer