Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (2) 1 (18) 2 (9) A (787) B (1204) C (215) D (4241) E (1713) F (213) G (984) H (2514) I (1516) J (317) K (816) L (491) M (802) N (438) O (882) P (551) Q (2) R (431) S (1188) T (1162) U (214) V (1387) W (1273) X (3) Y (88) Z (1063)
Dutch Recording English Learn
een programmeur
a programmer
een project
a project
Een protest tegen het terugsturen van Afghanen.
A protest against the return of Afghans.
een provincie
a province
Een puntkomma is een leesteken dat bestaat uit een punt en een komma onder elkaar.
A semicolon is a punctuation mark that consists of a period and a comma one below the other.
een pure kwelling
a pure affliction
een put
a well
een raadsel
a riddle
een raaf
a raven
Een raaf is zwart als kool.
A raven is as black as coal.
een raam
a window
een raamovereenkomst
a framework agreement
een ramp
a disaster
een rechtschapen mens
a righteous person
een rechtsmiddel
a judicial remedy
Een reconstructie van een bewogen dag.
A reconstruction of an eventful day.
een reep chocolade
a bar of chocolate
een reep land
a strip of land
een reep stof
a strip of fabric
een reine gedachte
a pure thought
een reine plaats
a clean place
een reine ziel
a pure soul
een reis
a journey
een rekenmachine
a calculator
een restaurant
a restaurant
een reusachtige afvoerput
a huge drain
een rib
a rib
een rietje
a straw
een rijbewijs
a driver’s license
een rijke geldschieter
a wealthy moneylender
een rijke oogst
a rich harvest
een rijst
a rice
een rijverbod
a driving ban
een riooldeksel
a sewer cover
een rivier
a river
een rode aardbei
a red strawberry