Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (2) 1 (18) 2 (9) A (787) B (1204) C (215) D (4241) E (1713) F (213) G (984) H (2514) I (1516) J (317) K (816) L (491) M (802) N (438) O (882) P (551) Q (2) R (431) S (1188) T (1162) U (214) V (1387) W (1273) X (3) Y (88) Z (1063)
Dutch Recording English Learn
een opstapeling van incidenten
an accumulation of incidents
een opvouwbare koperen telescoop
a collapsible brass telescope
een orkaan
a hurricane
een oude bediende van het kasteel
an old servant of the castle
een oude boerderij
an old farm
een oude dame
an old lady
een oude eend
an old duck
een oude houweel
an old pickaxe
een oude tafel
an old table
een oude vrouw
an old woman
een ouder
a parent
een oven
an oven
een overbelaste spoeddienst
an overloaded emergency service
een overeenkomst
an agreement
een overtuigende overwinning
a convincing victory
een paar bruine schoenen
some brown shoes
een paar dagen later
a few days later
Een paar dikke bruine kippen scharrelden pikkend over het erf.
A few fat brown chickens roamed the yard.
een paar engelbewaarders
a few guardian angels
een paar jaar
a few years
een paar mededelingen
a few announcements
een paar minuten
a few minutes
een paar schoenen
some shoes
een paar seconden lang konden ze geen vin verroeren
for a few seconds they couldn’t move a muscle
een paar tellen later
a few seconds later
een paard
a horse
een paarse koe
a purple cow
een paarse lakzegel
a purple wax seal
een pad
a toad
een paddenstoel
a mushroom
een pagina
a page
een pakket
a package
een paraplu
an umbrella
een parkeergelegenheid
a parking
een patiënt
a patient
een peer
a pear