Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (721) B (1134) C (202) D (3986) E (1478) F (204) G (926) H (2261) I (1326) J (285) K (773) L (466) M (719) N (392) O (815) P (529) Q (2) R (395) S (1114) T (1099) U (194) V (1270) W (1139) X (3) Y (88) Z (938)
Dutch Recording English Learn
een rooster
a grid
een rubber
a rubber
een rugzak
a backpack
een ruimte
a space
een ruimtevaarder
a spaceman
een salade
a salad
een samenscholingsverbod
a ban on gatherings
een sandwich
a sandwich
een schaal
a scale
een schaap
a sheep
een schampschot
a shot
een scheermes
a razor
een scheidsrechter
a referee
een scheldtirade
a tirade of abuse
een schending van de democratie
a violation of democracy
een schenking
a donation
een scherm
a screen
een scheur
a tear (rip or split)
een schietpartij
a shooting
een schijnvertoon
a sham
Een schildpad is traag.
A tortoise is slow.
een schim
a ghost
Een schimmige deal, gesloten in een achterkamertje.
A shadowy deal, concluded in a small back room.
een schone tulband
a clean turban
een school
a school
een schoolvoorbeeld
a textbook example
een schort
an apron
een schot in de roos
a bull’s eye
een schotel koud vlees
a dish of cold meats
een schotel rauwe groenten en dipsaus
assorted raw vegetables and dips
een schriftelijke mededeling
a written notice
een schriftelijke proef
a written test
een schril gemauw
a shrill meow
een schrille kreet
a shrill cry
Een schuilkelder is een kelder om de bevolking te beschermen tegen een luchtaanval en andere soorten van gevaar.
A bomb shelter is a basement to protect the population from air raid and other types of danger.
een serie
a series