Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - Z

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (724) B (1134) C (202) D (3987) E (1478) F (204) G (926) H (2262) I (1326) J (285) K (775) L (466) M (719) N (392) O (816) P (529) Q (2) R (395) S (1114) T (1100) U (194) V (1271) W (1139) X (3) Y (88) Z (939)
Dutch Recording English Learn
Zijn vrouw is mijn leerkracht Italiaans.
His wife is my Italian teacher.
Zijn vrouw zit voortdurend aan zijn kop te zeuren.
His wife nags him constantly.
Zijn wangedrag leidde tot zijn ontslag.
His misconduct led to his dismissal.
Zijn we idioten?
Are we idiots?
Zijn wespen giftig?
Are wasps poisonous?
Zijn woelige levensstijl zorgde voor problemen.
His tumultuous lifestyle caused problems.
zijn wonderlijke nieuwe vrijheid
his wonderful new freedom
Zijn ze er nog?
Are they still here?
Zijn zeesterren eetbaar?
Are starfish edible?
zijn zere ribben
his sore ribs
Zijn zinderend optreden raakte ons diep.
His thrilling performance touched us deeply.
zijn zoektocht
his quest
Zijn zonderlinge gedrag trok veel aandacht.
His eccentric behaviour drew a lot of attention.
Zijn zoon heeft aanleg voor muziek.
His son has a talent for music.
zijn zwaar getroffen
are hit hard
zijraam
side window
zilver
sliver
Zilver is veel goedkoper dan goud.
Silver is much cheaper than gold.
zilveren
silver
zilveren sikkels
silver shekels
zin
sentence
zin
will (what someone wants to happen)
zinderend
sizzling
zinderende
scintillating
zingen
to sing
zingt
is singing
zinloos
meaningless
zinnen
sentences
zinsconstructies
sentence constructions
zinswendingen
turns of phrase
zip
zip
zipbestanden
zip files
Ziri
Ziri (boy’s name)
Ziri maakte een behuizing voor zijn schildpad.
Ziri made an enclosure for his tortoise.
zit
sit (singular)
Zit het in de kast?
Is it in the cabinet?