Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
Dutch-English Dictionary - Z
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(2)
1
(19)
2
(10)
A
(780)
B
(1187)
C
(214)
D
(4211)
E
(1685)
F
(214)
G
(975)
H
(2488)
I
(1506)
J
(314)
K
(808)
L
(485)
M
(794)
N
(433)
O
(872)
P
(548)
Q
(2)
R
(421)
S
(1168)
T
(1158)
U
(212)
V
(1367)
W
(1262)
X
(3)
Y
(88)
Z
(1051)
Dutch
Recording
English
Learn
Zijn stem klonk dof van verdriet.
His voice sounded dull with sorrow.
Learn
Zijn stemcomputers veilig?
Are voting machines safe?
Learn
Zijn structuur bestond uit metalen zuilen en balken.
Its structure was formed by metal columns and beams.
Learn
Zijn taalgebruik bevalt me niet.
His language does not please me.
Learn
zijn telefoonnummer
his telephone number
Learn
zijn tentamens
his exams
Learn
Zijn theorie is het overwegen waard.
His theory is worth considering.
Learn
Zijn toespraak veroorzaakte opschudding.
His speech caused an uproar.
Learn
Zijn toezegging was oprecht.
His commitment was sincere.
Learn
Zijn uitwijzing was onvermijdelijk.
His deportation was inevitable.
Learn
Zijn vader was timmerman.
His father was a carpenter.
Learn
zijn verborgen motieven
his hidden motives
Learn
Zijn veroordelingen werden herroepen.
His convictions were overturned.
Learn
Zijn verwaand gedrag maakte het moeilijk om met hem samen te werken.
His arrogant behaviour made it difficult to collaborate with him.
Learn
zijn vingertoppen
his fingertips
Learn
Zijn vleierij werd goed ontvangen door de bazen.
His flattery was well received by the bosses.
Learn
zijn vlezige schouder
his meaty shoulder
Learn
Zijn vrienden wenkten hem dichterbij.
His friends beckoned him closer.
Learn
Zijn vrouw is mijn leerkracht Italiaans.
His wife is my Italian teacher.
Learn
Zijn vrouw zit voortdurend aan zijn kop te zeuren.
His wife nags him constantly.
Learn
Zijn waanideeën maken hem bang.
His delusions scare him.
Learn
Zijn wangedrag leidde tot zijn ontslag.
His misconduct led to his dismissal.
Learn
Zijn we idioten?
Are we idiots?
Learn
Zijn wespen giftig?
Are wasps poisonous?
Learn
Zijn woelige levensstijl zorgde voor problemen.
His tumultuous lifestyle caused problems.
Learn
zijn wonderlijke nieuwe vrijheid
his wonderful new freedom
Learn
Zijn woorden boden troost.
His words offered comfort.
Learn
Zijn ze er nog?
Are they still here?
Learn
Zijn ze nog in het café?
Are they still in the café?
Learn
Zijn ze nog in het restaurant?
Are they still in the restaurant?
Learn
Zijn ze nog in Lyon?
Are they still in Lyon?
Learn
Zijn ze nog in Parijs?
Are they still in Paris?
Learn
Zijn ze nog steeds te laat?
Are they still late?
Learn
Zijn zeesterren eetbaar?
Are starfish edible?
Learn
zijn zere ribben
his sore ribs
Learn
Zijn zinderend optreden raakte ons diep.
His thrilling performance touched us deeply.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
18
Page
19
Page
20
Page
21
Current page
22
Page
23
Page
24
Page
25
Page
26
…
Next page
Next ›
Last page
Last »