Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - I

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (716) B (1126) C (201) D (3950) E (1470) F (203) G (922) H (2237) I (1322) J (284) K (770) L (465) M (718) N (389) O (807) P (524) Q (2) R (393) S (1101) T (1085) U (194) V (1259) W (1135) X (3) Y (88) Z (928)
Dutch Recording English Learn
Ik doe het in de la.
I put it in the drawer.
Ik doe mijn best een kilometer per dag te zwemmen.
I try to swim a kilometer a day.
Ik douch bijna elke dag.
I shower almost every day.
Ik draag geen das.
I don’t wear a tie.
Ik draag mijn zilveren sieraden.
I am wearing my silver jewelry.
ik dring erop aan
I urge
Ik dring erop aan dat dit plan uitgesteld wordt.
I urge that this plan be postponed.
ik drink
I drink
Ik drink geen alcohol.
I don’t drink alcohol.
Ik drink graag.
I like to drink.
Ik drink te veel koffie.
I drink too much coffee.
Ik drink veel wijn.
I drink a lot of wine.
Ik droeg een spijkerbroek.
I had jeans on.
Ik eet alleen koosjer voedsel.
I only eat kosher food.
Ik eet bananen.
I eat bananas.
Ik eet een biefstuk in een luxe restaurant.
I am eating a steak in a luxury restaurant.
Ik eet geen varkensvlees.
I don’t eat pork.
Ik eet geen vlees en vis.
I don’t eat meat and fish.
Ik eet graag gebakken paling.
I like to eat fried eel.
Ik eet graag vis.
I like to eat fish.
Ik eet mijn appel.
I am eating my apple.
Ik eet veel kalkoen.
I eat a lot of turkey.
Ik eet veel varken.
I eat a lot of pork.
ik ga
I’m going
Ik ga douchen.
I’ll take a shower.
Ik ga een auto stelen.
I’ll steal a car.
Ik ga een vriend bezoeken.
I am going to visit a friend.
Ik ga er elke dag heen.
I go there every day.
Ik ga even naar het toilet.
I’m just going to the toilet.
Ik ga je zien.
I’m going to see you.
Ik ga liever te voet dan in een voertuig vervoerd te worden.
I prefer walking to being carried in a vehicle.
Ik ga met u mee.
I will accompany you.
Ik ga morgen winkelen.
I’m going shopping tomorrow.
Ik ga naar Australië om op een boerderij te werken.
I’m going to Australia to work on a farm.
Ik ga naar Boston vliegen.
I’ll be flying to Boston.
Ik ga naar de bibliotheek om boeken te lezen.
I am going to the library to read books.