Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - I

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (716) B (1126) C (201) D (3950) E (1470) F (203) G (922) H (2237) I (1322) J (284) K (770) L (465) M (718) N (389) O (807) P (524) Q (2) R (393) S (1101) T (1085) U (194) V (1259) W (1135) X (3) Y (88) Z (928)
Dutch Recording English Learn
Ik ben drie keer getrouwd geweest.
I’ve been married three times.
Ik ben duizelig.
I feel dizzy.
Ik ben een Amerikaans staatsburger.
I am an American citizen.
Ik ben een Australisch staatsburger.
I am an Australian citizen.
Ik ben een bakker.
I’m a baker.
Ik ben een Brits staatsburger.
I am a British citizen.
Ik ben een burger uit de Verenigde Staten.
I am a citizen from the United States.
Ik ben een Canadees staatsburger.
I am a Canadian citizen.
Ik ben een kok.
I am a cook.
Ik ben een mens.
I’m a human.
Ik ben eenzaam.
I’m lonely.
Ik ben enigszins verrast door het nieuws dat hij vertrekt.
I am somewhat surprised by the news of his departure.
Ik ben er nooit geweest.
I have never been there.
Ik ben er vrij zeker van dat dit de paraplu van Tom is.
I’m pretty sure that this is Tom’s umbrella.
Ik ben eraan gewend.
I’m used to it.
Ik ben erachter gekomen wie Toms vader is.
I found out who Tom’s father is.
Ik ben erg teleurgesteld in u.
I am very disappointed in you.
Ik ben geboren in Chicago.
I was born in Chicago.
Ik ben geboren in februari.
I was born in February.
Ik ben geen burger van Japan.
I am not a citizen of Japan.
Ik ben geen separatist.
I’m not a separatist.
Ik ben geheel terneergeslagen.
I am completely dejected.
Ik ben gek op mijn werk.
I like my job very much.
Ik ben gelukkig.
I’m happy.
Ik ben genezen.
I’m cured.
Ik ben gescheiden.
I am divorced.
Ik ben gewend aan een koud klimaat.
I am accustomed to cold weather.
Ik ben gewend aan het lawaai.
I’m used to the noise.
Ik ben gewend aan lage temperaturen.
I am used to low temperatures.
Ik ben gewond.
I’m injured.
Ik ben gewoon benieuwd.
I’m just curious.
Ik ben gewoon zeer moe en loom de laatste tijd.
I’m just very tired and sleepy lately.
Ik ben gisteren niet gaan winkelen.
I didn’t go shopping yesterday.
Ik ben graag onderdanig.
I like to be submissive.
Ik ben haar toevallig tegengekomen op straat.
I happened to meet her in the street.
Ik ben het bijna vergeten.
I almost forgot.