Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
Dutch-English Dictionary - H
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(9)
2
(3)
A
(724)
B
(1134)
C
(202)
D
(3987)
E
(1478)
F
(204)
G
(926)
H
(2262)
I
(1326)
J
(285)
K
(775)
L
(466)
M
(719)
N
(392)
O
(816)
P
(529)
Q
(2)
R
(395)
S
(1114)
T
(1100)
U
(194)
V
(1271)
W
(1139)
X
(3)
Y
(88)
Z
(939)
Dutch
Recording
English
Learn
Hij heeft een bier besteld.
He ordered a beer.
Learn
Hij heeft een buitenlandse wagen.
He has a foreign car.
Learn
Hij heeft een gat in zijn hand.
He spends too much money.
Learn
Hij heeft een gulle lach.
He has a hearty laugh.
Learn
Hij heeft een hond.
He has a dog.
Learn
Hij heeft een liefje in Parijs.
He has a lover in Paris.
Learn
Hij heeft een nieuwe ster ontdekt.
He discovered a new star.
Learn
Hij heeft een piercing.
He has a body piercing.
Learn
Hij heeft een pistool.
He has a gun.
Learn
Hij heeft een scheppend vermogen dat bewonderenswaardig is.
He has a creative capacity that is admirable.
Learn
Hij heeft een wet overtreden.
He violated a law.
Learn
Hij heeft ervaring in de uitbating van verschillende bedrijven.
He has experience in the operation of various businesses.
Learn
Hij heeft geen respect voor gezag.
He has no respect for authority.
Learn
Hij heeft grote oren.
He has big ears.
Learn
Hij heeft krachtige armen.
He has powerful arms.
Learn
Hij heeft kwijl op zijn kin.
He has drool on his chin.
Learn
Hij heeft lang haar.
He has long hair.
Learn
Hij heeft me bedrogen.
I was deceived by him.
Learn
Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
He had broken up with his wife.
Learn
Hij heeft mij bevolen te zwijgen.
He ordered me to be silent.
Learn
Hij heeft nog niet op mijn e-mail gereageerd.
He hasn't yet responded to my email.
Learn
Hij heeft ook een appel.
He also has an apple.
Learn
Hij heeft puisten.
He has pimples.
Learn
Hij heeft twee kinderen.
He has two children.
Learn
Hij heeft twee veroordelingen.
He has two convictions.
Learn
Hij heeft veel boeken over de geschiedenis.
He has a lot of books on history.
Learn
Hij heeft veel gezag.
He has a lot of authority.
Learn
Hij heeft veel zelfvertrouwen.
He has a lot of self confidence.
Learn
Hij heeft verzuim.
He’s absent.
Learn
Hij heeft zelfmoord gepleegd.
He committed suicide.
Learn
Hij heeft zich bekeerd en woont nu als pater in een abdij.
He has repented and now lives as a father in an abbey.
Learn
Hij heeft zich uit de naad gewerkt om de deadline te halen.
He worked hard to meet the deadline.
Learn
Hij heeft zijn adres gewijzigd.
He has changed his address.
Learn
Hij heeft zodanig veel geluk.
He is such a lucky guy.
Learn
Hij hing het aan de grote klok.
He made it public.
Learn
Hij houdt ervan de draak te steken met collega’s.
He likes to mock colleagues.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
42
Page
43
Page
44
Page
45
Current page
46
Page
47
Page
48
Page
49
Page
50
…
Next page
Next ›
Last page
Last »