Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (2) 1 (18) 2 (9) A (772) B (1177) C (213) D (4185) E (1667) F (212) G (974) H (2474) I (1500) J (311) K (804) L (480) M (790) N (428) O (863) P (544) Q (2) R (415) S (1155) T (1147) U (206) V (1357) W (1254) X (3) Y (88) Z (1041)
Dutch Recording English Learn
een gerecht
a dish
een geschenk
a gift
een gevangenisstraf
a prison sentence
een gevangenisstraf tussen twee en drie jaar
a prison sentence of between two and three years
een gewapende man
an armed man
een geweer
a gun
een gewelddadige man
a violent man
een geweldig avontuur
a great adventure
een gewestweg
a regional road
een gewicht
a weight
een gezin
a family
Een gezonde voeding is belangrijk voor sterke botten.
A healthy diet is important for strong bones.
een gieter
a watering can
een gifslang
a poisonous snake
een giftige kam
a poisonous comb
een gitaar
a guitar
Een gitaar is een snaarinstrument dat wordt bespeeld met de vingers of met een plectrum.
A guitar is a stringed instrument that is played with the fingers or with a plectrum.
een glas
a glass
een glas rode huiswijn
a glass of red house wine
een glas rode wijn
a glass of red wine
een glimp
a glimpse
een god
a god
Een goed getimede kwinkslag kan veel doen.
A well-timed witty remark can do a lot.
een goed idee
a good idea
een goede dag
a good day
een goede leraar
a good teacher
een goede lerares
a good teacher (female teacher)
Een goede opleiding is essentieel voor een succesvolle loopbaan.
A good education is essential for a successful career.
een goede vriend
a good friend
Een gootsteen is een opvangbak voor water.
A sink is a container for water.
een gouden afgod
a golden idol
een grap
a joke
een gras
a grass
een grasmaaier
a lawnmower
een griep
a flu
een grijs, glimmerend waas
a grey, shiny haze