Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (639) B (985) C (160) D (3451) E (1049) F (166) G (785) H (1897) I (1043) J (237) K (657) L (401) M (626) N (353) O (689) P (469) Q (2) R (336) S (967) T (940) U (163) V (1120) W (904) Y (88) Z (755)
Dutch Recording English Learn

een rechtschapen mens

a righteous person

een rechtsmiddel

a judicial remedy

Een reconstructie van een bewogen dag.

A reconstruction of an eventful day.

een reusachtige afvoerput

a huge drain

een rijbewijs

a driver’s license

een rijverbod

a driving ban

een rode wijn

a red wine

een roeping

a calling

een roltrap

an escalator

een rondje geven

to buy a round of drinks

een rondvraag

a survey

een ruimte

a space

een ruimtevaarder

a spaceman

een samenscholingsverbod

a ban on gatherings

een schaap

a sheep

een schampschot

a shot

een scheermes

a razor

een scheldtirade

a tirade of abuse

een schenking

a donation

een scheur

a crack

Een schildpad is traag.

A tortoise is slow.

een schim

a ghost

Een schimmige deal, gesloten in een achterkamertje.

A shadowy deal, concluded in a small back room.

een schone tulband

a clean turban

een schoolvoorbeeld

a textbook example

een schotel koud vlees

a dish of cold meats

een schotel rauwe groenten en dipsaus

assorted raw vegetables and dips

een schriftelijke mededeling

a written notice

een schriftelijke proef

a written test

een schril gemauw

a shrill meow

een schrille kreet

a shrill cry

Een schuilkelder is een kelder om de bevolking te beschermen tegen een luchtaanval en andere soorten van gevaar.

A bomb shelter is a basement to protect the population from air raid and other types of danger.

een serie

a series

een serieuze keelinfectie

a serious throat infection

een slagerij J. van der Ven

a butcher’s shop J. van der Ven

een slapeloze nacht

a sleepless night