Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

1 (8) 2 (4) 8 (1) A (1874) B (703) C (1182) D (823) E (511) F (693) G (409) H (1041) I (1774) J (119) K (77) L (485) M (683) N (356) O (396) P (855) Q (33) R (515) S (1732) T (6877) U (155) V (125) W (1119) X (4) Y (353) Z (20)
English Dutch Recording Learn
I like my job very much. Ik ben gek op mijn werk.
I like rice. Ik hou van rijst.
I like science fiction better. Sciencefiction bevalt me meer.
I like that. Ik vind dat leuk.
I like this shirt. Ik vind dit shirt leuk.
I like to be submissive. Ik ben graag onderdanig.
I like to drink. Ik drink graag.
I like to eat fish. Ik eet graag vis.
I like to eat fried eel. Ik eet graag gebakken paling.
I like to play golf. Ik speel graag golf.
I like to play the piano. Ik speel graag piano.
I like to solve problems. Ik vind het leuk om problemen op te lossen.
I like to work. Ik werk graag.
I like you. Ik vind je aardig.
I like your car. Ik hou van je auto.
I like your tie. Ik hou van je stropdas.
I liked the French course. De cursus Frans beviel me.
I liked what you said. Ik vond het leuk wat je zei.
I listened carefully to what they said. Ik luisterde goed naar wat ze zeiden.
I live in America. Ik woon in Amerika.
I live in the United Kingdom. Ik woon in het Verenigd Koninkrijk.
I lived in Australia until last year. Ik woonde tot vorig jaar in Australië.
I lived in Boston three years ago. Ik woonde drie jaar geleden in Boston.
I lost consciousness. Ik verloor het bewustzijn.
I lost face. Ik heb al mijn aanzien verloren.
I love growing tomatoes. Ik hou van tomaten kweken.
I love my dog ik hou van mijn hond
I love the smell of sandalwood incense. Ik hou van de geur van sandelhout-wierook.
I love you more than anyone else. Ik hou meer van je dan van wie ook.
I made a lot of new friends this year. Ik heb dit jaar veel nieuwe vrienden gemaakt.
I made a U-turn. Ik heb een U-bocht gemaakt.
I made breakfast. Ik maakte ontbijt.
I make a choice. Ik maak een keuze.
I make furniture. Ik maak meubels.
I mean it only for your own good. Ik meen het goed met je!
I met her by accident. Ik ontmoette haar toevallig.