Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

1 (8) 2 (4) 8 (1) A (1870) B (703) C (1182) D (822) E (511) F (690) G (409) H (1039) I (1764) J (119) K (77) L (485) M (682) N (356) O (393) P (855) Q (33) R (515) S (1731) T (6869) U (155) V (125) W (1118) X (4) Y (349) Z (19)
English Dutch Recording Learn
I happened to meet her in the street. Ik ben haar toevallig tegengekomen op straat.
I hate chemistry. Ik haat scheikunde.
I hate football. Ik haat voetbal.
I hate it. Ik haat dit.
I hate maths. Ik haat wiskunde.
I hate them. Ik haat ze.
I have ik heb
I have a book. Ik heb een boek.
I have a brother. Ik heb een broer.
I have a car, but I almost never use it. Ik heb een auto maar ik gebruik hem bijna nooit.
I have a cat. Ik heb een kat.
I have a cough. Ik moet hoesten.
I have a dog and a cat. Ik heb een hond en een kat.
I have a dog. Ik heb een hond.
I have a double chin. Ik heb een onderkin.
I have a fever. Ik heb koorts.
I have a few pimples on my face. Ik heb een paar puisten op mijn gezicht.
I have a guilder. Ik heb een gulden.
I have a headache. Ik heb hoofdpijn.
I have a hole in my jeans. Ik heb een gat in mijn spijkerbroek.
I have a house ik heb een huis
I have a lot of assignments today. Ik heb veel opdrachten vandaag.
I have a lot of friends. Ik heb veel vrienden.
I have a lot to think about. Ik heb veel om over na te denken.
I have a meeting today. Ik heb vandaag een vergadering.
I have a natural ability in mathematics. Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.
I have a question. Ik heb een vraag.
I have a rash on my arm. Ik heb uitslag op mijn arm.
I have a sore throat. Ik heb pijn aan mijn keel.
I have a sore throat. Ik heb keelpijn.
I have a stepsister. Ik heb een stiefzuster.
I have a stomach ache. Ik heb buikpijn.
I have an urgent matter to discuss with you. Ik heb een urgente zaak met je te bespreken.
I have another sister. Ik heb nog een andere zuster.
I have been lying on something hard, so that I look bruised all over my body! Ik heb op iets hards gelegen, zodat ik er over mijn hele lijf bont en blauw uitzie!
I have blond hair. Ik heb blond haar.