Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
English-Dutch Dictionary - I
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(8)
2
(4)
3
(1)
4
(1)
A
(1816)
B
(694)
C
(1170)
D
(815)
E
(502)
F
(659)
G
(404)
H
(998)
I
(1701)
J
(119)
K
(76)
L
(480)
M
(672)
N
(341)
O
(377)
P
(845)
Q
(32)
R
(508)
S
(1688)
T
(6711)
U
(153)
V
(123)
W
(1095)
X
(4)
Y
(338)
Z
(14)
English
Dutch
Recording
Learn
I paid for my purchases in cash.
Voor mijn aankopen heb ik contant betaald.
Learn
I pay taxes.
Ik betaal belasting.
Learn
I perspired under my armpits.
Ik transpireerde onder mijn oksels.
Learn
I play chess.
Ik schaak.
Learn
I play the trumpet.
Ik speel trompet.
Learn
I play with my friends.
Ik speel met mijn vrienden.
Learn
I played soccer with my friends.
Ik speelde voetbal met mijn vrienden.
Learn
I pledge to be a president who seeks not to divide, but to unify.
Ik beloof een president te zijn die niet wil verdelen, maar verenigen.
Learn
I prefer the black one.
Ik geef de voorkeur aan de zwarte.
Learn
I prefer walking to being carried in a vehicle.
Ik ga liever te voet dan in een voertuig vervoerd te worden.
Learn
I promise that I won’t tell anyone.
Ik zal het heus niet doorvertellen.
Learn
I promise you that you are safe.
Ik beloof je dat je veilig bent.
Learn
I put it in the drawer.
Ik doe het in de la.
Learn
I put it together.
Ik steek het in elkaar.
Learn
I put the money in the safe.
Ik heb het geld in de kluis gedaan.
Learn
I ran
ik liep
Learn
I ran into Tom yesterday.
Gisteren kwam ik Tom toevallig tegen.
Learn
I read books.
Ik lees boeken.
Learn
I read comic books.
Ik lees stripboeken.
Learn
I read three books a week.
Ik lees drie boeken per week.
Learn
I really appreciate it.
Ik stel het erg op prijs.
Learn
I really liked Tom.
Ik vond Tom heel leuk.
Learn
I received compensation for my work.
Ik kreeg een vergoeding voor mijn werk.
Learn
I remember every threat.
Ik herinner me elk dreigement.
Learn
I remember.
Ik herinner me.
Learn
I replace
ik vervang
Learn
I resigned.
Ik heb ontslag genomen.
Learn
I respect everyone’s opinion.
Ik heb respect voor ieders mening.
Learn
I said nothing.
Ik zei niets.
Learn
I saved money so that I can travel.
Ik heb gespaard zodat ik kan reizen.
Learn
I saw a man with a measuring stick in his hand.
Ik zag een man met een meetlat in zijn hand.
Learn
I saw the light at the end of the tunnel.
Ik zag een licht aan het einde van de tunnel.
Learn
I saw their mother’s skipping rope
ik zag hun moeders touwtjespringen
Learn
I saw your sister the day before yesterday.
Ik zag jouw zus eergisteren.
Learn
I see steam from the kettle.
Ik zie stoom uit de ketel.
Learn
I should have been able to handle Tom.
Ik had Tom moeten aankunnen.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
12
Page
13
Page
14
Page
15
Current page
16
Page
17
Page
18
Page
19
Page
20
…
Next page
Next ›
Last page
Last »