het ongemak
het ongeval
het ontbijt
Het ontbijt is gereed.
Het ontplofte met een luide knal.
het ontslag
het onweer
het oog
het oor
het oordeel van de jury
Het oordeel van de rechter is definitief.
het oorsuizen
het oosten
het openbaar ministerie
het openbaar vervoer
Het opstellen, documenteren en onderhouden van ontwikkelprocessen.
het optreden
Het optreden was verdomd luid.
het orgaan
Het orgel rust op rood marmeren zuilen en is verfraaid met talrijke versieringen.
het orkest
het ouderschap
het ouderschapsverlof
het overaanbod
het overleg
het overspel
het overzicht
Het paar deed een forse schenking aan hun kinderen.
Het paar had vannacht gemeenschap.
het paard
Het paard moest geëuthanaseerd worden omdat het kreupel was.
Het paard springt.
Het paard sprong over het hek.
het paasei
het pad
het pak