Het ruisend bladerval creëerde een herfstig gevoel in het park.
het rumoer
het rundsvlees
het rundvlees
het salaris
het sap
het schaakspel
het schaap
Het schaap blaat luid.
Het schaap heeft een zachte vacht.
Het schaap is wit.
Het schaap volgt de herder.
het schampschot
het scharnier
Het scheen het kleine meisje werkelijk toe, alsof zij bij een grote, ijzeren kachel zat.
het scheermes
het scheermesje
het schepsel
het schijngevecht
het schijnsel
Het schijnt dat we een mol in ons midden hebben.
het schilderij
het schip
het schoolbord
het schot
het schoteltje
het schuim
het semester
het signaal
het sinaasappelsap
het sipste gezicht
het slachtoffer
het slokje
het slot
Het smelten van de poolkappen kan bijdragen aan het stijgen van het zeeniveau.
Het sneeuwde een beetje vorige nacht.