Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1814) B (693) C (1169) D (814) E (501) F (659) G (404) H (995) I (1700) J (119) K (76) L (480) M (673) N (341) O (377) P (845) Q (32) R (508) S (1688) T (6712) U (153) V (123) W (1095) X (4) Y (338) Z (14)
English Dutch Recording Learn
I was a child, how could I know that that would pass forever Ik was een kind, hoe kon ik weten dat dat voorgoed voorbij zou gaan
I was a kid and didn’t know any better than that it would never pass ik was een kind en wist niet beter dan dat ’t nooit voorbij zou gaan
I was absolutely amazed. Ik was helemaal verbijsterd.
I was as cool as a cucumber. Ik was zo kalm als een komkommer.
I was born in Chicago. Ik ben geboren in Chicago.
I was born in February. Ik ben geboren in februari.
I was contributing. Ik was aan het bijdragen.
I was contributing. Ik leverde een bijdrage.
I was deceived by him. Hij heeft me bedrogen.
I was devastated when I heard the truth. Ik was verpletterd toen ik de waarheid hoorde.
I was feeling confident. Ik voelde me zelfzeker.
I was looking for ik zocht
I was looking for the remote. Ik zocht de afstandsbediening.
I was lost in the crowd. Ik raakte verdwaald in de menigte.
I was raped. Ik ben verkracht.
I was skiing. Ik skiede.
I was somewhere else. Ik was ergens anders.
I was surprised that the laws on home education in that country are very different compared to the laws in the United States. Ik verbaasde me erover dat de wetten over thuisonderwijs in dat land heel verschillend zijn in vergelijking met de wetten in de Verenigde Staten.
I was suspicious. Ik was achterdochtig.
I was used to the heat. Ik was gewend aan de hitte.
I was very annoyed that... Het ergerde mij zeer dat...
I was waiting for you. Ik verwachtte u.
I was with Tom from 8:30 to 2:30. Ik was bij Tom van 8:30 tot 2:30.
I was wondering if I might pique your interest in this. Ik vroeg me af of ik uw interesse hiervoor zou kunnen opwekken.
I wasn’t born yesterday. Ik ben heus niet van gisteren.
I wasn’t expecting anyone. Ik verwachtte niemand.
I wasn’t in the mood. Ik was gewoon niet in de stemming.
I wasn’t thinking clearly. Ik dacht niet helder na.
I wasn’t trying to be a hero. Ik wou niet de held uithangen.
I weigh 65 kilos. Ik weeg 65 kilo.
I went to Australia. Ik ging naar Australië.
I went to college in Australia. Ik ben in Australië afgestudeerd.
I went to the doctor. Ik ging naar de dokter.
I will ik zal
I will accompany you. Ik ga met u mee.
I will be back soon. Ik kom snel terug.