Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
English-Dutch Dictionary - I
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
1
(8)
2
(4)
8
(1)
A
(1874)
B
(703)
C
(1182)
D
(823)
E
(511)
F
(693)
G
(409)
H
(1041)
I
(1774)
J
(119)
K
(77)
L
(485)
M
(683)
N
(356)
O
(396)
P
(855)
Q
(33)
R
(515)
S
(1732)
T
(6877)
U
(155)
V
(125)
W
(1119)
X
(4)
Y
(353)
Z
(20)
English
Dutch
Recording
Learn
I want to read with my family.
Ik wil met mijn familie lezen.
Learn
I want to remodel my kitchen.
Ik wil mijn keuken herinrichten.
Learn
I want to rent a car.
Ik wil een auto huren.
Learn
I want to say I’m sorry.
Ik wil zeggen dat het me spijt.
Learn
I want to sell my farm.
Ik wil mijn boerderij verkopen.
Learn
I want to sell my house.
Ik wil mijn huis verkopen.
Learn
I want to serve my country.
Ik wil mijn land dienen.
Learn
I want to sleep.
Ik wil slapen.
Learn
I want to stay here.
Ik wil hier blijven.
Learn
I want to stay.
Ik wil blijven.
Learn
I want to talk to a lawyer.
Ik wil een advocaat spreken.
Learn
I want to talk to the American consulate.
Ik wil met het Amerikaanse consulaat spreken.
Learn
I want to talk to the Australian embassy.
Ik wil met de Australische ambassade spreken.
Learn
I want to talk to the British embassy.
Ik wil met de Britse ambassade spreken.
Learn
I want to talk to the Canadian consulate.
Ik wil met het Canadese consulaat spreken.
Learn
I want to talk to you before you leave.
Ik wil u spreken voordat u weggaat.
Learn
I want to thank you for what you did for Tom.
Ik wil jullie graag bedanken voor hetgeen jullie voor Tom hebben gedaan.
Learn
I want to walk.
Ik wil lopen.
Learn
I want to work.
Ik wil werken.
Learn
I want vengeance.
Ik wil wraak.
Learn
I want you to come here.
Ik wil dat je hier komt.
Learn
I want you to dig a hole.
Ik wil dat je een gat graaft.
Learn
I want you to stay with Tom.
Ik wil dat je bij Tom blijft.
Learn
I want your book, please.
Ik wil je boek alsjeblieft.
Learn
I wanted to adjust it a bit.
Ik wilde het een beetje aanpassen.
Learn
I wanted to hire a coach.
Ik wilde een touringcar huren.
Learn
I warned you in advance.
Ik heb je van tevoren gewaarschuwd.
Learn
I was
ik was
Learn
I was a child, how could I know that that would pass forever
Ik was een kind, hoe kon ik weten dat dat voorgoed voorbij zou gaan
Learn
I was a kid and didn’t know any better than that it would never pass
ik was een kind en wist niet beter dan dat ’t nooit voorbij zou gaan
Learn
I was absolutely amazed.
Ik was helemaal verbijsterd.
Learn
I was as cool as a cucumber.
Ik was zo kalm als een komkommer.
Learn
I was born in Chicago.
Ik ben geboren in Chicago.
Learn
I was born in February.
Ik ben geboren in februari.
Learn
I was contributing.
Ik was aan het bijdragen.
Learn
I was contributing.
Ik leverde een bijdrage.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
17
Page
18
Page
19
Page
20
Current page
21
Page
22
Page
23
Page
24
Page
25
…
Next page
Next ›
Last page
Last »