Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
English-Dutch Dictionary - I
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(8)
2
(4)
3
(1)
4
(1)
A
(1816)
B
(694)
C
(1170)
D
(815)
E
(502)
F
(659)
G
(404)
H
(998)
I
(1701)
J
(119)
K
(76)
L
(480)
M
(672)
N
(341)
O
(377)
P
(845)
Q
(32)
R
(508)
S
(1688)
T
(6711)
U
(153)
V
(123)
W
(1095)
X
(4)
Y
(338)
Z
(14)
English
Dutch
Recording
Learn
I will do my best.
Ik zal mijn best doen.
Learn
I will find out how the medicine works.
Ik zal erachter komen hoe het medicijn werkt.
Learn
I will fly towards them, towards those royal birds!
Ik zal naar hen toe vliegen, naar die koninklijke vogels!
Learn
I will have the last word.
Ik zal het laatste woord hebben.
Learn
I will have to report this.
Ik zal dit moeten melden.
Learn
I will lend you any book that I have, so long as you keep it clean.
Ik zal je eender welk boek lenen, op voorwaarde dat je het schoon houdt.
Learn
I will sleep now.
Ik zal nu slapen.
Learn
I will stay for four nights.
Ik blijf vier nachten.
Learn
I wish everyone knew this.
Ik wou dat iedereen dit wist.
Learn
I wish I was more confident.
Ik wou dat ik zelfverzekerder was.
Learn
I wish I’d been born Canadian.
Was ik maar als Canadees geboren.
Learn
I wish we could help.
Ik wou dat we konden helpen.
Learn
I wish you a lot of warmth in chilly grey days.
Ik wens je wat warmte in kil-grijze dagen.
Learn
I wish you could make it into something else
ik zou wel willen, dat je dat eens wat anders kon maken
Learn
I wish you had called ahead.
Ik wou dat je van tevoren had gebeld.
Learn
I wish you much hope and prospects in the future days.
Ik wens je wat hoop en wat uitzicht op morgen.
Learn
I woke up just before Tom did.
Ik werd vlak voor Tom wakker.
Learn
I won fair and square.
Ik won eerlijk en vierkant.
Learn
I wonder if Tom knew we had to do that.
Ik vraag me af of Tom wist dat we dat moesten doen.
Learn
I wonder whether Tom is alive.
Ik vraag me af of Tom nog leeft of niet.
Learn
I wonder whether Tom is colorblind.
Ik vraag me af of Tom kleurenblind is.
Learn
I wonder whether Tom is honest.
Ik vraag me af of Tom eerlijk is.
Learn
I wonder whether Tom is unmarried.
Ik vraag me af of Tom single is.
Learn
I wonder whether Tom left early.
Ik vraag me af of Tom vroeg is vertrokken.
Learn
I wonder whether Tom was murdered.
Ik vraag me af of Tom vermoord was.
Learn
I wonder who’ll win.
Ik vraag me af wie er gaat winnen.
Learn
I wonder who’ll win.
Ik ben benieuwd wie er gaat winnen.
Learn
I won’t go unless you go.
Ik ga niet, tenzij jij gaat.
Learn
I won’t tell anyone.
Ik zal het niemand vertellen.
Learn
I won’t work for Tom.
Ik zal niet voor Tom werken.
Learn
I wore out two pairs of jogging shoes last year.
Ik heb vorig jaar twee paar hardloopschoenen versleten.
Learn
I work at the consulate.
Ik werk op het consulaat.
Learn
I work in a Thai restaurant.
Ik werk in een Thais restaurant.
Learn
I worked here.
Ik heb hier gewerkt.
Learn
I would be grateful if you could do that for me.
Ik zou dankbaar zijn als je dat voor me zou willen doen.
Learn
I would like an apointment.
Ik wil graag een afspraak maken.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
18
Page
19
Page
20
Page
21
Current page
22
Page
23
Page
24
Page
25
Page
26
…
Next page
Next ›
Last page
Last »