Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
English-Dutch Dictionary - H
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(8)
2
(4)
A
(1836)
B
(702)
C
(1179)
D
(820)
E
(503)
F
(665)
G
(407)
H
(1019)
I
(1710)
J
(119)
K
(77)
L
(483)
M
(672)
N
(341)
O
(380)
P
(853)
Q
(32)
R
(515)
S
(1702)
T
(6794)
U
(155)
V
(124)
W
(1100)
X
(4)
Y
(338)
Z
(14)
English
Dutch
Recording
Learn
he studies
hij studeert
Learn
He studies maths.
Hij studeert wiskunde.
Learn
He takes off his gloves.
Hij stroopt zijn handschoenen af.
Learn
He takes off his shoes.
Hij stroopt zijn schoenen af.
Learn
He thought about how he had been persecuted and despised, and now he heard them all say he was the most beautiful of all the birds.
Het dacht aan, hoe het vervolgd en bespot was, en hoorde nu allen zeggen, dat het de mooiste van al die mooie vogels was.
Learn
He took a piece of chalk and wrote on the board.
Hij nam een krijtje en schreef op het bord.
Learn
He took advantage of my ignorance and deceived me.
Hij profiteerde van mijn onwetendheid en bedroog me.
Learn
He tried to hit the ball.
Hij probeerde de bal te treffen.
Learn
He tried to stand up.
Hij trachtte op te staan.
Learn
He tripped over a stone.
Hij is over een steen gestruikeld.
Learn
He tripped over his own feet.
Hij is gestruikeld over zijn eigen voeten.
Learn
He turned his back on me when I needed him most.
Hij keerde me de rug toe wanneer ik hem het meeste nodig had.
Learn
He turned out to be exceptionally gifted.
Hij bleek buitengewoon begaafd.
Learn
He turned traitor.
Hij is een verrader geworden.
Learn
He turned up an hour later.
Hij kwam een uur later opdagen.
Learn
He used cheese to lure mice.
Hij gebruikte kaas om muizen te lokken.
Learn
He violated a law.
Hij heeft een wet overtreden.
Learn
He walked to the castle with great strides.
Hij liep met grote passen naar het kasteel.
Learn
He walked towards them with great strides and waving arms.
Hij liep met grote passen en maaiende armen op hen af.
Learn
He walks to the classroom.
Hij loopt naar het klaslokaal.
Learn
He wants to buy a car.
Hij wil een auto kopen.
Learn
He wants to join.
Hij wil graag aanschuiven.
Learn
He wants to learn to cook.
Hij wil leren koken.
Learn
he was
hij was
Learn
He was a great admirer of Albert Einstein.
Hij was een groot bewonderaar van Albert Einstein.
Learn
He was a very wise, rich and powerful king.
Hij was een zeer wijs, rijk en machtig koning.
Learn
he was angry that I hadn’t done it
hij was boos dat ik het niet deed
Learn
He was arrested for fencing stolen goods.
Hij werd gearresteerd voor heling.
Learn
He was badly wounded.
Hij was zwaar gewond.
Learn
He was born around 1980.
Hij werd geboren omstreeks 1980.
Learn
He was born on May 28.
Hij werd geboren op 28 mei.
Learn
He was bullied by his friends at school.
Hij werd gepest door zijn vrienden op school.
Learn
He was caught lying.
Hij werd betrapt op liegen.
Learn
He was caught red-handed with the stolen goods.
Hij werd op heterdaad betrapt met de gestolen goederen.
Learn
He was cheating.
Hij bedroog.
Learn
He was crushed by the bad news.
Hij was verpletterd door het slechte nieuws.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
8
Page
9
Page
10
Page
11
Current page
12
Page
13
Page
14
Page
15
Page
16
…
Next page
Next ›
Last page
Last »