Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
English-Dutch Dictionary - H
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(8)
2
(4)
3
(1)
4
(1)
A
(1828)
B
(700)
C
(1177)
D
(817)
E
(502)
F
(661)
G
(406)
H
(1007)
I
(1708)
J
(119)
K
(77)
L
(480)
M
(672)
N
(341)
O
(379)
P
(850)
Q
(32)
R
(513)
S
(1697)
T
(6758)
U
(155)
V
(123)
W
(1099)
X
(4)
Y
(338)
Z
(14)
English
Dutch
Recording
Learn
He was sacked.
Men heeft hem ontslagen.
Learn
He was the presumed leader of the group.
Hij was de gedoodverfde leider van de groep.
Learn
He was treated kindly.
Hij werd vriendelijk bejegend.
Learn
He wasn’t pearly white and translucent any more.
Hij was niet parelwit en doorschijnend meer.
Learn
He went there in person.
Hij ging er persoonlijk naar toe.
Learn
He went traveling in search of adventure.
Hij ging reizen op zoek naar avontuur.
Learn
He went with her.
Hij ging met haar mee.
Learn
He whirled himself in the water like a wheel, stretched out his neck towards the swans, and uttered such a loud and strange scream that it frightened himself.
Het draaide zich als een tol in het water rond, strekte zijn kop hoog in de lucht naar de zwanen uit en gaf zulk een luide en zonderlinge schreeuw, dat het er zelf van schrikte
Learn
He who buries his head in the sand today will grind his teeth tomorrow.
Wie vandaag zijn kop in het zand steekt, knarst morgen met zijn tanden.
Learn
He will always have that scar.
Dat litteken zal hij altijd houden.
Learn
He will come afterwards.
Hij zal nadien komen.
Learn
He will come to live with us.
Hij zal bij ons komen wonen.
Learn
He will not be able to do the work.
Hij zal het werk niet aankunnen.
Learn
He will perform tonight.
Hij zal vanavond optreden.
Learn
He will succeed to the throne.
Hij zal de troon opvolgen.
Learn
He will treat us to dinner.
Hij zal ons behandelen op het avondeten.
Learn
He will try to come.
Hij zal trachten te komen.
Learn
He will walk to school.
Hij zal naar school lopen.
Learn
He wiped his sweaty bald head.
Hij veegde zijn bezwete kale kruin af.
Learn
He wore a classy outfit to the party.
Hij droeg een deftige outfit naar het feest.
Learn
He worked hard to meet the deadline.
Hij heeft zich uit de naad gewerkt om de deadline te halen.
Learn
He wrote a letter.
Hij schreef een brief.
Learn
head
(animal)
kop
Learn
head
hoofd
Learn
head
(diminutive)
kopje
Learn
head injuries
hoofdletsels
Learn
head injury
hoofdletsel
Learn
head louse
hoofdluis
Learn
head of foam
schuimkraag
Learn
headache
hoofdpijn
Learn
headphones
koptelefoon
Learn
heads
kopjes
Learn
headscarf
hoofddoek
Learn
healing
genezing
Learn
heals
herstelt
Learn
health
gezondheid
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
9
Page
10
Page
11
Page
12
Current page
13
Page
14
Page
15
Page
16
Page
17
…
Next page
Next ›
Last page
Last »