Nu gevoelde het zich geheel beschaamd en stak zijn kop onder zijn vleugels
Nu kan ik eendeneieren krijgen.
Nu klapte hij met zijn vleugels, richtte zijn slanke hals op en jubelde van ganser harte
Nu kon het eendje opeens zijn vleugels uitslaan.
Nu kwam de herfst
Nu liep het weg en vloog over de schutting.
Nu merkten zij, dat zij een echte prinses was, omdat zij door de twintig matrassen en de twintig donzen bedden heen de erwt gevoeld had.
Nu nam de prins haar tot vrouw; want nu wist hij, dat hij een echte prinses bezat, en de erwt kwam in het kabinet van zeldzaamheden, waarin zij nog te zien is, als niemand haar ten minste gestolen heeft.
Nu reisde hij de hele wereld rond, om zo één te vinden, maar aan allen, die hij zag, ontbrak wat.
Nu sterft er iemand! (paragraaf)
nu, daar zullen we wel gauw achter komen
Nu, daar zullen we wel gauw achter komen; in het water moet het, al zou ik het er ook zelf induwen.
Nu, dat zullen we wel eens te weten komen!
nuchter
nul
nummer
nut
nutteloos
nuttig
nuttige
nuttige zinswendingen
«Nu sterft er iemand!»
«Nu, dat zullen we wel eens te weten komen!» dacht de oude koningin.
“Nee ik heb ze nog niet allemaal; het grootste ei ligt daar nog; hoe lang zal het nog wel duren, eer dat uitkomt? Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.
“Nee ik heb ze nog niet allemaal; het grootste ei ligt daar nog; hoe lang zal het nog wel duren, eer dat uitkomt?”
“Nee, het is geen kalkoen,” dacht de oude eend; “kijk eens, hoe ferm hij met zijn poten slaat en hoe recht hij zich weet te houden!”
“Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.
“Nu, dat is ook een heel plezier!” zei de kip.