Ik ben tegen corruptie.
Ik ben tegen negen uur terug.
Ik ben terug thuis.
Ik ben thee aan het zetten.
Ik ben tien jaar geleden lid van de club geworden.
Ik ben trouwens Maria, en dit is Tom.
Ik ben van niets bang.
Ik ben vegetariër.
Ik ben verbijsterd.
Ik ben verdwaald in het bos.
Ik ben verdwaald.
Ik ben verkracht.
Ik ben verliefd op jou.
Ik ben vervelend.
Ik ben ziek.
Ik ben zo terug.
Ik ben zo’n dwaas.
Ik ben zwanger.
Ik bestelde nieuwe meubels.
Ik betaal je niet om te staan kletsen.
Ik bevries.
Ik blijf vandaag thuis.
Ik blijf vier nachten.
ik breng
Ik daag alle verantwoordelijken uit, ...
ik dacht
Ik dacht dat je dat wist.
Ik dacht dat je hiervoor wel belangstelling zou hebben.
Ik dacht dat je om hem gaf.
Ik dacht dat je om Tom gaf.
Ik dacht dat je zwanger was.
Ik dacht niet helder na.
Ik deed het voor het geld.
ik deel met je
Ik denk dat dat heel belangrijk is.
Ik denk dat dit mijn fiets is.