Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (2) 1 (18) 2 (9) A (787) B (1204) C (215) D (4241) E (1713) F (213) G (984) H (2514) I (1516) J (317) K (816) L (491) M (802) N (438) O (882) P (551) Q (2) R (431) S (1188) T (1162) U (214) V (1387) W (1273) X (3) Y (88) Z (1063)
Dutch Recording English Learn
een bebaarde man
a bearded man
een bed
a bed
een bedelaar
a beggar
een bedrieger
a cheater
een bedrieger in actie
a cheater in action
een bedrieger zonder geweten
a cheater without a conscience
een beetje
a bit
een beetje
a little
een beetje erg doorzichtig
a bit too obvious
een beetje geld
a little money
een beetje hulp
a little help
een beetje koppig
a little stubborn
een beetje meer alstublieft
a little more please
een beetje minder alstublieft
a little less please
een beetje te beschilderen
to paint a little
een begraafplaats
a cemetery
een behoefte
a need
een behoorlijke uitspraak
a proper pronunciation
een bekend gezegde
a well-known saying
een beklemmend gevoel
an oppressive feeling
een bekommernis
a concern
een belangrijke hefboom
an important lever
een belangrijke schakel
an important link
Een beleg is een langdurige militaire blokkade en aanval op een stad of fort.
A siege is a prolonged military blockade and attack on a city or fortress.
een belegering
a siege
een belofte
a promise
een bepaalde wijk
a particular neighbourhood
een berg
a mountain
een bericht
a message
een beschuitbol
a crumpet
een beslissing nemen
to make a decision
een besmettelijke schimmel
a contagious fungus
een bestaand feit
an existing fact
een bestand
a file
een bestelwagen
a van
een betonnen blok
a concrete block