Summary
The Dutch translation for “but” is maar.
Examples of "but" in use
There are 136 examples of the Dutch word for "but" being used:
Recording |
English |
Dutch |
Learn |
|
But in the corner, sat in the dawn of the morning whilst leaning against the wall; the poor little girl, with pale cheeks and smiling mouth |
Maar in den hoek, tegen den muur aangeleund, zat in de koude morgenstond het arme meisje met rode wangen en met een glimlach om de lippen |
|
|
but the duckling thought they would harm him; and in his fear he flew into the milk pail, so the milk was splashed all over the room |
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte |
|
|
In the middle of this there was a duck in her nest, who had to hatch her young; but it almost bored her, it took so long, before the ducklings hatched. |
Te midden hiervan zat in haar nest een eend, die haar jongen moest uitbroeden; maar het begon haar bijna te vervelen, zo lang duurde het, eer de jongen uitkwamen. |
|
|
It turned its head to put it under his wings; but at the same moment there was a terribly big dog close to the duckling. |
Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje. |
|
|
grim but satisfied |
grimmig maar voldaan |
|
|
A single match would do her good, if she would dare to take one from a box, strike it against the wall to warm her fingers. |
Één enkel lucifertje zou haar wel goed doen, als zij er maar één uit een doosje durfde nemen, dit tegen den muur afstrijken en zich de vingers daaraan warmen. |
|
|
for her old grandmother, the only one who had ever loved her, and who had now passed away, had told her that when a star falls, a soul was going up to God |
want haar oude grootmoeder, de enige die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt |
|
|
let her finish raging |
laat ze maar uitrazen |
|
|
“The other ducklings look very sweet,“ said the old duck; “make yourself at home, and if you find an eel head, you can bring it to me.“ |
“De andere eendjes zien er allerliefst uit,” zei de oude eend; “doe maar, alsof je thuis waart, en als je een palingkop vindt, dan kun je die wel aan mij brengen.” |
|
|
The poor duckling was teased by all; even his sisters were angry with him and kept saying, “If only the cat grabbed you, you ugly creature!” |
Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!” |
|