“Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.
boog zijn kop voorover en verwachtte niets anders dan de dood
Wat brandde het vuur daarin, welk een heerlijke warmte gaf het van zich!
De kip had korte, lage poten, en daarom werd zij juffrouw Kortbeen genoemd
“Wel zo, hoe gaat het?” vroeg een oude eend, die haar eens een bezoek kwam brengen.
Prinsessen waren er genoeg; maar of het echte prinsessen waren, kon hij niet te weten komen.
«Zoveel geluk had ik mij niet kunnen voorstellen, toen ik nog een lelijk eendje was!»
Toen zij het huis uitging, had zij wel is waar pantoffels aangehad; maar wat hielp dat?
De vrouw sloeg de handen in elkaar, waarop het eerst in het botervat en toen in de meelton vloog
Ben je niet in een warme kamer gekomen en heb je niet een gezelschap, waarvan je nog wat kunt leren?
Zij lijken allemaal precies op hun vader; maar die ondeugd komt mij niet eens bezoeken.
“Piefpafpoef!” klonk het weer, en nu vlogen er gehele scharen wilde ganzen uit het riet op.
Het scheen het kleine meisje werkelijk toe, alsof zij bij een grote, ijzeren kachel zat.
Rondom de korenvelden en de weiden waren uitgestrekte bossen, en midden in de bossen diepe meren.
Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.
“Dat komt, omdat ik zo lelijk ben,” dacht het eendje, kneep de ogen even dicht en liep toen weer voort.
het kreeg zulk een lust om in het water te zwemmen, dat het zich niet kon weerhouden, dit tegen de kip te zeggen.
en zodra deze niet meer te zien waren, dook het onder tot op de grond en toen het weer boven kwam, was het als buiten zich zelf
Al de ramen waren helder verlicht, en het rook heerlijk naar ganzengebraad; want het was oudejaarsavond.
het zwom in het water, het dook met zijn kopje onder, maar door alle dieren werd het om zijn lelijkheid met minachting bejegend