of hij er van houdt, in het water te zwemmen of onder te duiken
Haar handjes waren bijna geheel van de kou verstijfd.
Je zult toch wel niet wijzer willen zijn dan de kater en de vrouw.
En de moeder zeide: “Ik wou, dat je maar ver hier vandaan waart!”
Zij legde heerlijke eieren, en de vrouw had haar zo lief, alsof zij haar kind was.
En het snelde naar het water, plofte er in en zwom naar de prachtige zwanen toe
Eindelijk werd het moede, bleef doodstil liggen en vroor in het ijs vast.
Niemand had er den heelen dag een van haar gekocht, niemand had haar zelfs een aalmoes gegeven.
Kun je een hoge rug zetten en spinnen en maken, dat er vonken uit je lijf komen?
Hoe zou het hem ook in de gedachten komen, te wensen, zelf zo mooi te zijn?
Het zou al blij geweest zijn als de eenden hem maar in haar midden geduld hadden
En de kater was heer in huis, en de kip was er zo goed als vrouw, en altijd zeiden zij: «Wij en de wereld!»
Tegen de morgen vlogen de wilde eenden op en bekeken haar nieuwe kameraad eens.
En dat deden zij; maar de andere eenden in de rondte bekeken ze en zeiden tegen elkaar:
In een oud schort droeg zij een heelen voorraad lucifersdoosjes, en een daarvan hield zij in de hand.
Het was snerpend koud, het sneeuwde en begon al donker te worden; het was de laatste avond van het jaar.
Hun poten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het lelijke, grauwe eendje zwom mee.
je verdwijnt evenals de warme kachel, evenals het heerlijke ganzengebraad en de grote, prachtige Kerstboom.
“Je bent verschrikkelijk lelijk!” zeiden de wilde eenden; “maar dat kan ons niet schelen, als je maar niet met iemand van onze familie trouwt!”
O, wat glom, wat brandde dit!