Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - Z

0 (2) 1 (18) 2 (9) A (770) B (1176) C (213) D (4183) E (1667) F (212) G (973) H (2474) I (1499) J (310) K (803) L (478) M (788) N (428) O (861) P (542) Q (2) R (414) S (1152) T (1145) U (206) V (1354) W (1252) X (3) Y (88) Z (1041)
Dutch Recording English Learn
Ze denken dat Tom misschien een hartaanval had.
They think maybe Tom had a heart attack.
Ze doet haar huiswerk.
She’s doing her homework.
Ze doet veel suiker in haar koffie.
She puts a lot of sugar in her coffee.
Ze dreven de spot met onze inspanningen.
They scoffed at our efforts.
Ze droeg een tulband.
She was wearing a turban.
Ze duiden de obstakels onderweg aan.
They point out the obstacles along the way.
Ze eiste een specifieke vermelding.
She demanded a specific mention.
Ze fluisteren.
They are whispering.
ze gaan naar de supermarkt
they go to the supermarket
Ze gaat een baby krijgen.
She’s going to have a baby.
Ze gaat mij haar nieuwe telefoon laten zien.
She is going to show me her new telephone.
Ze gaf een been aan de hond.
She gave a bone to the dog.
ze gaf hem een voorschot
she gave him an advance
Ze gaven ons een stel handdoeken.
They gave us a set of towels.
ze gebaarde
she gestured
Ze gebruikt haar poederdons met veel precisie.
She uses her powder puff with great precision.
Ze gespte haar helm vast voordat ze ging fietsen.
She fastened her helmet before cycling.
Ze gespte haar schoenen dicht.
She buckled her shoes.
ze giechelde
she giggled
Ze ging door het lint toen ze hoorde dat haar vlucht was geannuleerd.
She went berserk when she heard that her flight was canceled.
Ze ging naar haar winkel.
She went to her shop.
Ze ging niet.
She didn’t go.
ze gingen
they went
Ze gingen met de fiets heen en met de trein terug.
They cycled there and took the train back.
Ze gingen niet terug naar huis.
They did not go back home.
Ze glimlachte.
She smiled.
Ze gooiden brood en gerst in het water.
They threw bread and barley into the water.
Ze had een bepaald idee in haar hoofd.
She had a certain idea in her head.
Ze had een zonderlinge fascinatie voor oude boeken.
She had a peculiar fascination with old books.
Ze had het sipste gezicht dat Harry ooit gezien had.
She had the saddest face Harry had ever seen.
Ze had nachtmerries.
She had nightmares.
Ze had weinig ervaring; niettemin kreeg ze de baan.
She had little experience; nevertheless, she got the job.
Ze had zoveel honger dat ze eender wat kon eten.
She was hungry enough to eat anything.
Ze hadden hem op sleeptouw tijdens het hele project.
They guided him throughout the entire project.
Ze hadden ons dat van tevoren moeten vertellen.
They should have told us that in advance.
Ze hadden ons levend kunnen verslinden.
They could have devoured us alive.