Dutch-English Dictionary - W

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (721) B (1134) C (202) D (3983) E (1477) F (204) G (926) H (2260) I (1326) J (285) K (773) L (466) M (719) N (392) O (815) P (529) Q (2) R (395) S (1114) T (1099) U (194) V (1270) W (1139) X (3) Y (88) Z (937)

Dutch	English	Learn
Wij zitten nooit vooraan.	We never sit in the front.	Learn
Wij zullen er zijn.	We will be there.	Learn
wijd	wide	Learn
wijdde	dedicated	Learn
wijde	wide	Learn
wijden	to dedicate	Learn
wijding	consecration	Learn
wijk	neighbourhood	Learn
wijken	neighborhoods	Learn
wijn	wine	Learn
Wijn is een alcoholische drank?	Wine is an alcoholic beverage.	Learn
wijnkaart	wine list	Learn
wijnkelder	wine cellar	Learn
wijnranken	vines	Learn
wijnstok	grapevine	Learn
wijs	wise	Learn
wijsbegeerte	philosophy	Learn
wijsheid	wisdom	Learn
Wijsheid komt niet automatisch met de leeftijd.	Wisdom does not automatically come with age.	Learn
wijze	manner	Learn
wijzen	point	Learn
wijzen	wise men
wijzer	wiser	Learn
wijzer dan zij is niemand op de wereld	there is no one in the world cleverer than she is	Learn
wijzigde	changed	Learn
wijzigen	to change	Learn
wijziging	change	Learn
Wikipedia	Wikipedia	Learn
wikkel	wrapper	Learn
Wikkel het als een kerstcadeau, alsjeblieft.	Please wrap it like a Christmas present.	Learn
wil	wants (3rd person singular)	Learn
wil	want (2nd person singular, question form)	Learn
wil	want (1st person singular)	Learn
Wil je de cursus voortzetten?	Do you want to continue the course?	Learn
Wil je een verse handdoek?	Do you want a fresh towel?	Learn
Wil je geen sinaasappelsap?	Don’t you want any orange juice?	Learn