Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (2) 1 (18) 2 (10) A (774) B (1183) C (214) D (4199) E (1673) F (213) G (974) H (2481) I (1503) J (313) K (807) L (482) M (792) N (429) O (867) P (546) Q (2) R (416) S (1161) T (1150) U (207) V (1360) W (1257) X (3) Y (88) Z (1044)
Dutch Recording English Learn
de afschuw
the horror
de afschuwelijke nasleep
the horrible aftermath
de afspraak
the appointment
de afstammeling
the descendant
De afstemming met andere afdelingen was lastig.
The coordination with other departments was difficult.
De afstemming tussen de partners was van cruciaal belang voor het succes van het evenement.
The coordination among the partners was crucial for the success of the event.
De afstemming tussen de verschillende afdelingen verliep moeizaam.
The coordination between the different departments was difficult.
de afvoerput
the drain
de afwas doen
to do the dishes
de afweer
the defense
de afwerking
the finish
de afwijking
the deviation
De afwijkingen in de data wijzen mogelijk op meetfouten.
The discrepancies in the data may indicate measurement errors.
de afzetmarkt
the sales market
de agent
the police officer
de ajuinen
the onions
de akker
the crop field
de alcohol
the alcohol
de alinea
the paragraph
de alinea’s
the paragraphs
de allersaaiste afdeling
the most boring ever department
de alliantie
the alliance
de Alpen
the Alps
De Alpen zijn een gebergte.
The Alps are a mountain range.
de ambassade
the embassy
de ambassadeur
the ambassador
de ambtenaar
the officer
de ambtenaren
the officials
De Amerikaanse porno-industrie heeft alle opnames van pornofilms stilgelegd.
The U.S. porn industry has ceased all shootings of porn films.
de ampul
the ampoule
de analisten
the analysts
de analyse
the analysis
de ananas
the pineapple
de andere
the other
de angst
the fear
de ansichtkaart
the postcard