de activiteiten
de adelaar
de advertentie
de advocaat
De advocaat hield een krachtig pleidooi voor de onschuld van zijn cliënt.
De advocaat verwachtte Ben.
De advocaat zal een verklaring afleggen inzake de getuigenis.
de afbakening
de afdeling
de afdeling informatica
de afgrond
De afgrond heeft hem verzwolgen.
De afgrond scheen bodemloos.
de afgunst
de afkomst
De afleiding maakt het moeilijk te focussen.
de aflevering
De afpersing eindigde in de rechtszaal.
de afrekening
de afschuw
de afschuwelijke nasleep
de afspraak
de afstammeling
De afstemming tussen de partners was van cruciaal belang voor het succes van het evenement.
De afstemming tussen de verschillende afdelingen verliep moeizaam.
de afvoerput
de afwas doen
de afweer
de afwerking
de afwijking
De afwijkingen in de data wijzen mogelijk op meetfouten.
de agent
de ajuinen
de akker
de alcohol
de alinea