Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (724) B (1134) C (202) D (3987) E (1478) F (204) G (926) H (2262) I (1326) J (285) K (775) L (466) M (719) N (392) O (816) P (529) Q (2) R (395) S (1114) T (1100) U (194) V (1271) W (1139) X (3) Y (88) Z (939)
Dutch Recording English Learn
de mijne
the mine
de militair
the soldier
de miljoenen
the millions
de minachting
the contempt
De minderheidsgroep werd gediscrimineerd en slecht bejegend.
The minority group was discriminated against and treated badly.
de minister
the minister
De minister moest een spervuur van vragen van de pers ondergaan.
The minister had to endure a barrage of questions from the press.
de minnelijke schikking
the mini settlement
de minnelijke schikkingen
the amicable settlements
de minuten
the minutes
de minuut
the minute
de mis
the mass (church)
De mis is afgelopen.
The mass is over.
de misbruiker
the abuser
de mist
the fog
de modellen
the models
de moed
the courage
de moeder
the mother
De moeder der eendjes ging met haar hele familie naar de gracht toe.
The mother of the ducklings went to the canal with her entire family.
de moeilijkheid
the difficulty
de moestuin
the kitchen garden
de mogelijkheden
the opportunities
de mogelijkheden zijn beperkt
the options are limited
de mogelijkheid
the possibility
de mol
the mole
de mollige heks
the plump witch
de mollige vrouw
the chubby woman
de mond
the mouth
de mond te snoeren
to shut up
de monding
the mouth (of a river)
De monteur controleerde de koppelslang op barsten.
The mechanic checked the coupling hose for cracks.
de mooie film
the beautiful film
de moord
the murder
de moordenaar
the murderer
de morgen
the morning (alternative form)
de morgenstond
the dawn of the morning