“De andere eendjes zien er allerliefst uit,” zei de oude eend; “doe maar, alsof je thuis waart, en als je een palingkop vindt, dan kun je die wel aan mij brengen.”
“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.
“Dat komt, omdat ik zo lelijk ben,” dacht het eendje, kneep de ogen even dicht en liep toen weer voort.
«Dat is een goede vangst!» zeide zij.
«Dood mij maar!» zei het arme beest.
“Die strekt zich nog ver aan de andere kant van het geboomte uit, tot aan de tuin van de pastoor; maar daar ben ik nog nooit geweest.”
“Die strekt zich nog ver aan de andere kant van het geboomte uit, tot aan de tuin van de pastoor; maar daar ben ik nog nooit geweest. Je bent toch allemaal wel bij elkaar?” vervolgde zij en stond op.
“Dat is wel mogelijk, maar het is te groot en ziet er zo vreemd uit,” zei de andere eend, “en daarom moet het eens een pikje hebben.”
“Denk je, dat dit de hele wereld is?” zei de moeder.
dierentuin
Dat zou je moeten weten.
Dat kan je met het blote oog zien.
De hond van Yanni is niet agressief.
daarmee
De winter nadert.
die bij de bovenste trede op de loer lag
die 21 juli de eed aflegde
die is het verstandigste schepsel, dat ik ken
die
draaikolk
die is vernietigd
draagt
draag
Dat zullen wij eens proberen!
Dat wisten we van tevoren.
deugd
dorpen
dorpsjeugd
dorp
dolgraag
damp
dalen
dringend
dring
drang
doorgestaan