Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (2) 1 (13) 2 (8) 3 (1) 4 (1) 6 (1) 7 (1) 8 (1) 9 (1) A (2100) B (749) C (1247) D (861) E (542) F (748) G (443) H (1137) I (1994) J (126) K (83) L (528) M (747) N (384) O (451) P (898) Q (36) R (538) S (1880) T (7211) U (162) V (129) W (1218) X (4) Y (380) Z (21)
English Dutch Recording Learn
a vacuum cleaner een stofzuiger
a van een bestelwagen
a vegetable een groente
a very beautiful and nice language een heel mooie en leuke taal
a very compassionate person een zeer meelevend persoon
a very large head een heel groot hoofd
a very pretty woman een heel knappe vrouw
a very reasonable price een heel schappelijk prijsje
a very strong field of participants een zeer sterk deelnemersveld
a victim of slum landlords een slachtoffer van huisjesmelkers
a village een dorp
a violation of democracy een schending van de democratie
a violent man een gewelddadige man
a violent uprising een gewelddadige opstand
a voiceless consonant een stemloze consonant
a vowel een klinker
a waiter een ober
a waitress een serveerster
a wardrobe een garderobe
a warehouse een magazijn
A warm hug can provide a lot of comfort. Een warme knuffel kan veel troost bieden.
a washing machine een wasmachine
a waste bin een afvalbak
a water een water
a water cannon een waterkanon
a water level een waterpeil
a water level of one and a half meters high een waterpeil van anderhalve meter hoog
a waterfall een waterval
a watering can een gieter
a wax statue een wassen standbeeld
a wealthy moneylender een rijke geldschieter
a weapon of war een oorlogswapen
a weekend een weekend
a weight een gewicht
a well een put
a well-defined range of tasks een afgelijnd takenpakket