Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (2) 1 (13) 2 (8) 3 (1) 4 (1) 6 (1) 7 (1) 8 (1) 9 (1) A (2100) B (749) C (1247) D (861) E (542) F (748) G (443) H (1137) I (1994) J (126) K (83) L (528) M (747) N (384) O (451) P (898) Q (36) R (538) S (1880) T (7211) U (162) V (129) W (1218) X (4) Y (380) Z (21)
English Dutch Recording Learn
a well-known saying een bekend gezegde
A well-mannered duckling puts its feet outwards, just like its mother and father do. Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.
A well-timed witty remark can do a lot. Een goed getimede kwinkslag kan veel doen.
a wheat een tarwe
a whipping een zweepslag
a white chicken with black speckles on her feathers een witte kip met zwarte spikkels op haar veren
a white head of foam een witte schuimkraag
a white horse een wit paard
a white raven een witte raaf
a white swelling een witte zwelling
a whole drawer een hele la
a whole new momentum een hele nieuwe schwung
a wide grin een brede grijns
a widow een weduwe
A widow often wears black. Een weduwe draagt ​​vaak zwart.
a wife een vrouw
a wild grab een wilde graai
a wildebeest een wildebeest
a winch een lier
a window een raam
a witty remark een kwinkslag
A witty remark makes the conversation fun. Een kwinkslag maakt de conversatie leuk.
a wizard een tovenaar
a wolf een wolf
a woman een vrouw
a wood een hout
a wooden block een houten blok
a wooden cross een houten kruis
a word een woord
A word is divided into syllables. Een woord wordt in lettergrepen verdeeld.
a world full of hypocrisy een wereld vol hypocrisie
a worm een worm
a worn-out marriage een versleten huwelijk
a wound een wond
a wreath een krans
a wreath of thorny branches een krans van doornige takken