Dutch-English Dictionary - O

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (716) B (1126) C (201) D (3950) E (1470) F (203) G (922) H (2237) I (1322) J (284) K (770) L (465) M (718) N (389) O (807) P (524) Q (2) R (393) S (1101) T (1085) U (194) V (1259) W (1135) X (3) Y (88) Z (928)

Dutch	English	Learn
onderzoek	research	Learn
onderzoeken	studies	Learn
onderzoeker	researcher	Learn
onderzoekers	researchers	Learn
onderzoekt	investigates	Learn
ondeugd	rascal	Learn
ondoordringbaar	impenetrable	Learn
ondraaglijk	unbearable	Learn
onduidelijk	unclear	Learn
oneerlijk	dishonest	Learn
oneindig	endlessly	Learn
ongeacht	regardless	Learn
ongedierte	pests	Learn
Ongedierte kan voedsel besmetten.	Pests can contaminate food.	Learn
Ongedierte kan ziektes verspreiden.	Pests can spread diseases.	Learn
ongeëvenaard	unparalleled	Learn
ongegrond	unfounded	Learn
ongehuwde	unmarried person	Learn
ongelofelijke	incredible	Learn
ongeluk	accident	Learn
ongelukken	accidents	Learn
ongelukkig	unhappy	Learn
ongemak	inconvenience	Learn
ongemakkelijk	uncomfortable	Learn
ongemakkelijke	uncomfortable (long form)	Learn
ongenoegen	displeasure	Learn
ongepaste	inappropriate	Learn
ongepaste wervingspraktijken	improper recruiting practices	Learn
ongerustheid	anxiety	Learn
ongeval	accident	Learn
ongevallen	accidents	Learn
ongeveer	about	Learn
Ongeveer een miljard mensen lijdt aan honger en ellende.	About a billion people suffer from hunger and poverty.	Learn
ongeveer twintig minuten in beslag	about twenty minutes to complete	Learn
ongewenst	unwanted	Learn
ongewenst gedrag	undesirable behaviour	Learn