Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - M

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (716) B (1128) C (201) D (3953) E (1475) F (203) G (923) H (2247) I (1323) J (285) K (771) L (466) M (719) N (392) O (809) P (525) Q (2) R (393) S (1105) T (1089) U (194) V (1264) W (1134) X (3) Y (88) Z (929)
Dutch Recording English Learn
middelen
resources
midden
middle
midden in de kring
in the middle of the circle
Midden-Oosten
Middle East
middenstand
middle class
middenvakrijden
driving in the middle lane
Middenvakrijden is verboden in ons land.
Driving in the middle lane is prohibited in our country.
middenvelder
midfielder
middernacht
midnight
Mien
Mien (name)
miezerige
measly
migraine
migraine
Miguel
Miguel
mij
me (emphatic)
mijl
mile
mijlpalen
milestones
mijn
my
mijn aangifte
my declaration
Mijn aanstelling tot teamleider is een eer.
My appointment as a team leader is an honor.
Mijn ambtgenoot en ik werken samen.
My colleague and I work together.
Mijn baas zegt dat jij heel goed zingt.
My boss says that you sing very well.
Mijn baas zei me dat ik moeilijk te benaderen ben.
My boss told me I’m hard to approach.
mijn baby
my baby
Mijn benen trillen nog.
My legs are still shaking.
Mijn beste vriendin danst goed.
My best friend dances really well.
Mijn betoog was kort en krachtig.
My speech was short and powerful.
Mijn boek ligt in de kamer.
My book is in the room.
Mijn brein is vol.
My brain is full.
Mijn broer en ik zijn samen opgegroeid.
My brother and I grew up together.
Mijn broer werkt in een ziekenhuis.
My brother works in a hospital.
Mijn bruidegom heeft me bedrogen.
My bridegroom cheated on me.
Mijn buurman is gek.
My neighbor is crazy.
mijn dochter
my daughter
Mijn dochter heeft een goede leraar.
My daughter has a good teacher.
Mijn emmer is vol.
My bucket is full.
Mijn ergernis verdwijnt niet gemakkelijk.
My annoyance doesn’t easily disappear.