dat is de voornaamste van alle
Dat is dus echt veel te krap.
Dat is echt aardig van haar.
Dat is een belofte.
Dat is een bevel.
Dat is geen probleem.
Dat is het beste voor ons allebei.
Dat is het laatste dat we nodig hebben.
dat is iets heel moois en de grootste onderscheiding, die een eend te beurt kan vallen
Dat is jouw eigen schuld.
Dat is jouw verantwoordelijkheid.
Dat is laster, leugens.
Dat is mijn hond.
dat is mislukt
Dat is niet iets wat eender wie kan doen.
Dat is niet leuk; het is saai.
Dat is niet moeilijk.
Dat is ruwweg een derde van het totaal.
Dat is te duur.
Dat is waar.
Dat is wat de dokter zei.
Dat is wel een acceptabele en betaalbare prijs.
Dat is wel genoeg.
dat is zo onvoorspelbaar
Dat kan ik niet betalen
Dat kan ik niet langer aanzien.
Dat kan je met het blote oog zien.
Dat klinkt goed.
Dat klinkt prachtig.
dat klotegevoel
Dat litteken zal hij altijd houden.
Dat maakt me gek.
Dat meisje dat een sjaal draagt, is maagd.
dat misselijke ouwe loeder van een grootmoeder
Dat neem je terug.