Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (724) B (1134) C (202) D (3987) E (1478) F (204) G (926) H (2262) I (1326) J (285) K (775) L (466) M (719) N (392) O (816) P (529) Q (2) R (395) S (1114) T (1100) U (194) V (1271) W (1139) X (3) Y (88) Z (939)
Dutch Recording English Learn
de praktijk
the practice
De prangende situatie vraagt om directe actie van iedereen.
The pressing situation demands immediate action from everyone.
De predikant sprak de gemeente toe.
The pastor addressed the congregation.
de prei
the leek
de premier
the prime minister
de prenten
the pictures
de presentatie
the presentation
de president
the president
De presidentskandidaat hield een toespraak voor haar aanhangers.
The presidential candidate gave a speech to her supporters.
de prestaties
the performance
de preventie
the prevention
de priester
the priest
De priester gebruikte zalfolie tijdens de ceremonie.
The priest used anointing oil during the ceremony.
De priester moedigde de gemeenschap aan tot inkeer.
The priest encouraged the community to repentance.
de prijs
the price
De prijzen stijgen onophoudelijk.
Prices are continuously rising.
De prijzen zijn hoog tegenwoordig.
Prices are high these days.
de prikklok
the time clock
de prins
the prince
De prins is knap.
The prince is handsome.
de prinses
the princess
De prinses op de erwt
The Princess and the Pea
De prinses reed in een prachtige gouden koets.
The princess rode in a beautiful golden carriage.
de prinsessen
the princesses
de prioriteit
the priority
de privévoorraad
the private stock
de problematiek
the problem
de problemen
the problems
de procedure
the procedure
de processen
the processes
de productie
the production
de proef
the test
de proeven
the tests
De profeet droeg altijd een flesje zalfolie bij zich.
The prophet always carried a small bottle of anointing oil.
de profeet Jesaja
the prophet Isaiah
De profeet sprak over een openbaring.
The prophet spoke about a revelation.