Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (716) B (1127) C (201) D (3951) E (1472) F (203) G (922) H (2238) I (1322) J (284) K (770) L (466) M (719) N (390) O (807) P (524) Q (2) R (393) S (1102) T (1086) U (194) V (1259) W (1136) X (3) Y (88) Z (930)
Dutch Recording English Learn
De overheid zou af moeten doen met dit reglement.
The government should do away with these regulations.
de overheidsinstelling
the government agency
de overige 26 landen
the remaining 26 countries
De overige mensen waren te laat.
The remaining people were late.
de overige tijd
the remaining time
de overloop
the landing
de overstroming
the flood
de overstromingen
the floods
de overtreding
the offence
de overtreding
the foul
de overtredingen
the violations
De overwegend christelijke slachtoffers worden vaak als seksslavinnen misbruikt.
The predominantly Christian victims are often abused as sex slaves.
de overwinning
the victory
de paal
the pole
de paarden
the horses
De paarden drinken uit de watertrog.
The horses are drinking from the water trough.
De paarden galoppeerden naar het midden van de dansvloer en bleven daar steigerend en bokkend staan.
The horses galloped to the centre of the dance floor and stood there prancing and bucking.
de paashaas
the Easter Bunny
de paasvakantie
the Easter holiday
de pad
the toad
de paddenstoel
the mushroom
de paddenstoelen
the mushrooms
de paden
the paths
de pagina
the page
de pagina’s
the pages
de palen
the posts
de paling
the eel
de pan
the frying pan
de pan
the saucepan
de panden
the properties
de pannenkoek
the pancake
de pantoffel
the slipper
de pantoffels
the slippers
de pap
the porridge
de papegaai
the parrot
de paperassen
the papers