Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - W

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1827) B (700) C (1177) D (817) E (502) F (661) G (406) H (1006) I (1708) J (119) K (77) L (480) M (672) N (341) O (379) P (850) Q (32) R (513) S (1697) T (6754) U (155) V (123) W (1099) X (4) Y (338) Z (14)
English Dutch Recording Learn
Who was the contact person assigned to you? Wie was de contactpersoon die u werd toegewezen?
Who won the game? Wie heeft de wedstrijd gewonnen?
Who works here? Wie werkt hier?
Who works here? (dialogue) Wie werkt hier? (dialoog)
Who works in the furniture factory? Wie werkt in de meubelfabriek?
Who works in the furniture factory? (dialogue) Wie werkt in de meubelfabriek?
Who would be able to understand you? Wie zou je dan kunnen begrijpen?
Who would you recommend? Wie zou je aanbevelen?
whoever wie ook
Whoever takes on the task must be well-organized. Eender wie de taak op zich neemt, moet goed georganiseerd zijn.
whole geheel
whole (inflected form) heele
whole ganse
whole hele
whole gehele
whole heelen
whooping cough kinkhoest
Whooping cough is on the rise in the Netherlands. Kinkhoest is in opmars in Nederland.
whose wiens
Whose bike is this? Van wie is deze fiets?
Whose car is this? Van wie is deze auto?
Whose side are you on? Aan wiens kant sta je?
Who’s first? Wie is de eerste?
Who’s shorter, Tom or Mary? Wie is kleiner, Tom of Mary?
Who’s the president of this country? Wie is de president van dit land?
Who’s your favorite musician? Wie is jouw favoriete muzikant?
why waarom
Why are you angry? Waarom ben je nijdig?
Why are you causing so much fuss here? Waarom maken jullie zo veel heibel hier?
Why are you cursing? Waarom vloekt u?
Why are you drinking so much tonight? Waarom drink je zoveel vanavond?
Why are you in the restaurant and not in the library? Waarom ben je in het restaurant en niet in de bibliotheek?
Why are you visiting the United Kingdom? Waarom bezoekt u het Verenigd Koninkrijk?
Why are you whispering? (you singular) Waarom fluister je?
Why are you whispering? Waarom fluisteren jullie?
Why couldn’t we get through that barrier? Waarom konden we niet door dat dranghek?