Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - W

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1809) B (692) C (1166) D (812) E (500) F (654) G (402) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6704) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
wise verstandig
wise men wijzen
wiser wijzer
wiser verstandiger
wish wou
wish (1st person singular) wens
wishes wensen
witch heks
witches heksen
witches and wizards heksen en tovenaars
with bij
with (accompanying) met
with a whole lot of glass, so you can see met flink veel glas, dan kun je zien
with country flowers and a hedge met boerenbloemen en een heg
with flying colours met vlag en wimpel
with his bat in his hand met zijn knuppel in zijn hand
with it ermee
with real people met echte mensen
with regard to m.b.t.
with respect to ten opzichte van
with that daarmee
With that score we are clearly lagging behind in Europe. Met die score hinken we duidelijk achterop binnen Europa.
With the arrival of spring, nature awakens from its winter slumber. Met de aantocht van de lente ontwaakt de natuur uit haar winterslaap.
with the risk that you help kill the USB-port met het risico dat je de USB-poort om zeep helpt
with the term Israeli settlement met de term Israëlische nederzetting
With this stunt, our capital wants to secure a place in the European gastronomic scene. Onze hoofdstad wil met deze stunt een plaats afdwingen in de Europese gastronomische scène.
with time mettertijd
with which waarmee
with you met jou
within binnen
without zonder
Without a coupling hose, the irrigation system won't work. Zonder een koppelslang werkt het irrigatiesysteem niet.
without hassle zonder gedoe
without having to target the women themselves zonder daarbij de vrouwen zelf te viseren
Without his glasses, he is as blind as a bat. Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.
without irrefutable evidence zonder onweerlegbaar bewijs