Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
English-Dutch Dictionary - W
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(8)
2
(4)
3
(1)
4
(1)
A
(1809)
B
(692)
C
(1166)
D
(812)
E
(500)
F
(654)
G
(402)
H
(994)
I
(1698)
J
(119)
K
(75)
L
(477)
M
(672)
N
(342)
O
(376)
P
(844)
Q
(32)
R
(508)
S
(1689)
T
(6704)
U
(154)
V
(124)
W
(1092)
X
(4)
Y
(337)
Z
(14)
English
Dutch
Recording
Learn
when they were leaving
toen zij weggingen
Learn
When two (or more) words together form one new word, it is called a compound.
Als twee (of meer) woorden samen één nieuw woord vormen, heet dat een samenstelling.
Learn
when we had the idea
toen we het idee hadden
Learn
when we started
toen we begonnen
Learn
When will my suitcase be found?
Wanneer wordt mijn koffer gevonden?
Learn
When will the next concert happen?
Wanneer zal het volgende concert optreden?
Learn
When will this bus arrive in Brussels?
Wanneer komt deze bus aan in Brussel?
Learn
When will this train arrive in Brussels?
Wanneer komt deze trein aan in Brussel?
Learn
When will you finish your assignment?
Wanneer zul je je opdracht afmaken?
Learn
when you need to speak French
wanneer er Frans gesproken moet worden
Learn
Whenever a new Apple iPhone is born, sales peak of second-hand models.
Telkens wanneer Apple een nieuwe iPhone boven de doopvont houdt, piekt de verkoop van tweedehands modellen.
Learn
Whenever he comes up to Tokyo, he stays with us.
Telkens als hij in Tokio komt, brengt hij de nacht bij ons door.
Learn
Whenever I meet her, I get the desire to kiss her.
Telkens als ik haar ontmoet krijg ik het verlangen haar te kussen.
Learn
Whenever I see him he reminds me of my late grandfather.
Telkens wanneer ik hem zie, herinnert hij me aan mijn overleden grootvader.
Learn
Whenever I see this, I remember him.
Telkens als ik dit zie moet ik aan hem denken.
Learn
Whenever I think of you, I thank God.
Telkens als ik aan u denk, dank ik God.
Learn
where
waar
Learn
Where are my parents?
Waar zijn mijn ouders?
Learn
Where are the children?
Waar zijn de kinderen?
Learn
Where are the passports?
Waar zijn de paspoorten?
Learn
Where are there a lot of bars?
Waar zijn er veel bars?
Learn
Where are there a lot of hotels?
Waar zijn er veel hotels?
Learn
Where are there a lot of restaurants?
Waar zijn er veel restaurants?
Learn
Where are there a lot of sites to see?
Waar zijn er veel bezienswaardigheden?
Learn
Where are we going?
Waar gaan we heen?
Learn
Where are we meeting?
Waar spreken we af?
Learn
Where are we?
Waar zijn we?
Learn
Where are you from?
(formal)
Waar komt u vandaan?
Learn
Where are you from?
Waar kom je vandaan?
Learn
Where are you going?
Waar ga je heen?
Learn
Where are you taking me?
Waar brengt u me heen?
Learn
Where can I buy an English newspaper?
Waar kan ik een Engelse krant kopen?
Learn
Where can I buy eggs?
Waar kan ik eieren kopen?
Learn
Where can I buy some Chinese food?
Waar kan ik Chinees eten kopen?
Learn
Where can I get a traveler’s cheque changed?
Waar kan ik een traveller’s check wisselen?
Learn
Where can I get money changed?
Waar kan ik geld wisselen?
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
14
Page
15
Page
16
Page
17
Current page
18
Page
19
Page
20
Page
21
Page
22
…
Next page
Next ›
Last page
Last »